Concept Huishoudelijk Reglement redactie ‘de XXe Eeuw’
Art. 1
Elk van de beide redacteuren zendt zijn eigene en de door hem aanvaarde
bijdragen aan de uitgevers.
Art. 2
De uitgevers zenden aan elken redacteur een exemplaar van elke proef en
verschaffen hun over de aanwezige bijdragen alle inlichtingen, die zij
aanvragen.
Art. 3
Het tijdschrift en iedere afzonderlijke aflevering wordt door de uitgevers
samengesteld volgens vaste regels en volgens de aanwijzingen van de
redacteuren.
Art. 4
Vaste regels zijn:
a Bij het samenstellen van de afleveringen wordt gestreefd naar de grootst
mogelijke verscheidenheid van soort.
/Soorten van bijdragen zijn: Novellistisch, dichterlijk en letterkundig
proza, Poëzie, Letterkundige kritiek, Wetenschap, en wel: Wijsbegeerte,
Geschiedenis, Literatuurgeschiedenis, Sociale ekonomie, en zoo mogelijk meer
groepen, Politiek, Kunst, Tooneel en Muziek./
b Aktueele opstellen gaan voor.
c De aflevering zal bedragen een minimum van 124 bladzijden en een maximum
van 128 bladzijden.
d Redacteuren hebben tot een maximum van 10 vel in den jaargang recht van
voorrang voor hun eigen bijdragen mits rekening houdende met het bepaalde
onder Art. 4 a b c en Art. 5
Art. 5
Aanwijzingen:
Iedere redacteur geeft aanwijzing betreffende voorrang en volgorde van zijn
eigen bijdragen en die zijner medewerkers.
Hierbij houdt hij er rekening mede, dat de aflevering uit de meest
verschillende bijdragen moet worden samengesteld en er niet te veel
bijdragen van eene soort ten koste van bijdragen van andere soorten worden
opgenomen.
Ook houdt hij rekening met eventueelen voorrang van medewerkers wanneer hunne
bijdragen reeds zijn uitgesteld en langer uitstel ontevredenheid zou
verwekken of wanneer zij om andere billijke redenen opname verlangen in een
bepaalde aflevering.
Deze bepalingen blijven ook van kracht als door de ten uitvoerlegging de
voorrang van redacteuren bedoeld bij Art. 4 d beperkt wordt.