246
[aan L. van Deyssel]
Amsterdam, 6 Nov. 1903Ga naar voetnoot329
Rokin 74-76,
hoek Wijde Kapelsteeg.
Wel Ed. Geb. Heer,
Wij hebben den Heer Verwey mededeeling gedaan van Uwe geeerde dato 29 Oct. l.l.
uit welk schrijven wij hebben opgemaakt, dat U het huishoudelijk reglement
accepteert mits den redakteuren verboden wordt elkanders bijdragen vóór den druk
te lezen. De Heer V. antwoordde ons, dat hij die beperking niet wil aanvaarden
en door een scheidsgerecht wil zien uitgemaakt Uwe beschuldiging omvat in Uw
brief van 18 Januari 1899 aan hem gericht en in algemeene termen herhaald in Uw
brief van 29 Oct. l.l. aan ons.Ga naar voetnoot330
Gaarne Uwe nadere beslissing vernemende, Hoogachtend
Uw dw.
Scheltema & Holkema
|
-
voetnoot329
- De XXe Eeuw, 9e jrg., dl. IV,
aflev. 11, november 1903, was aldus samengesteld: Albert Verwey, Jacques Perk herdacht, II, p. 137-142, herdrukt in Proza, dl. I, Amsterdam, 1921, p. 47-54; Marcellus Emants,
Een kind [voorzien van een aan Maudsley ontleend
motto: ‘Van de reinheid en de onschuld der kinderziel te spreken is een
staaltje van het poeties idealisme en de onwillekeurige huichelarij, waarmee
de mens de werkelijkheid loochent en behagen schept in de schijn.’], p.
143-188; J. Molenmaker, Arbeidswetgeving, p. 189-220; Jan
Prins, Verzen [I, Augustus, II, Stille slooten, III, Novembernacht, IV,
Levensweelde, V, Geboorte, VI, Gebogen riet), p. 221-227; Boekbeoordeelingen: Albert
Verwey, George Fuchs: Manfred, Tragödie in vier Aufzügen,
Darmstadt 1903, p. 228-235 [niet herdrukt]; André Jolles, Inleiding tot een kunstgeschiedenis, door Etha Fles, Utrecht. H.
Honig 1903, p. 236-256; J.C. Hol, Muziek: De Wagner-opvoeringen
in het Prinz-Regenten-Theater, p. 257-265.
-
voetnoot330
- Maurits Uyldert, Dichterlijke strijdbaarheid, a.w., p. 170, formuleert het
- niet ongeestig - aldus: ‘Nu, na zo veel tijdsverloop, werd deze oude
verdenking van Januari '99 weer, opgeblazen als een zee-kakelobbes, in de
branding der gemoederen gebracht, maar het zou Thijm niet gemakkelijk vallen
zich daarop in evenwicht te houden.’
|