eventueel een derde kunnen assurmeeren. De arbiters zullen als goede mannen,
naar recht en billijkheid in het hoogste ressort uitspraak doen. Voor dit geval
zouden dus de Heeren Alberdingk Thijm en Verwey ieder een arbiter benoemen en de
firma Scheltema & Holkema ook een.
Gaarne spoedig Uw geëerd antwoord te gemoet ziende.
Hoogachtend,
Uw dw.
Scheltema & Holkema
|
-
voetnoot326
- Van 17 juli tot 29 september
1903 had Van Deyssel, samen met zijn vrouw, in Duitsland verbleven: het
langdurigst in het sanatorium ‘Weisser Hirsch’ te Dresden, waar hij zich met
succes had onderworpen aan de zogenaamde Lahmann-kuur. Zie in verband
daarmee de Gedenkschriften (editie Harry G.M. Prick),
Zwolle, 1962, p. 533-547. Tijdens zijn afwezigheid hadden diverse
afleveringen van De XXe Eeuw het licht gezien:
De XXe Eeuw, 9e jrg.,
dl. II, aflev. 6, juni 1903, was aldus samengesteld: A. Aletrino, Line [met de opdracht: Voor Jupie], p. 257-279; C.G.N. de
Vooys, Twee Christen-democraten uit de veertiende eeuw,
II, Een onbekende leek, p. 280-310, aldaar gedagtekend
Assen, Febr. 1903; Nico van Suchtelen, Proloog, p.
311-318; L. van Deyssel, Nicolaas Beets' Camera Obscura,
p. 319-339, voor de eerste maal herdrukt in de Achtste bundel
Verzamelde Opstellen, Amsterdam, 1905 p. 115-138; Karel van de
Woestijne Verzen (Liefde zangen, I en
II: III, De bruid zegt; IV, Oden, I en
II, p. 340-346); L. van Deyssel, Oorlogs-herinnering, p.
347; Is. P. de Vooys, Kunst en volk, p. 348-364; L. van
Deyssel, De onschuld van den socialist Van der Goes, p.
365-372 [vrijwel gelijktijdig verschenen als brochure], herdrukt in de Achtste bundel Verzamelde Opstellen, Amsterdam, 1905, p.
81-89; J.C. Hol, Muziek: Fidelio, p. 373-380. De XXe
Eeuw, 9e jrg., dl II, aflev. 7, juli 1903, was aldus samengesteld: J.D.
Bierens de Haan, De Logos als mechanisme van den menschelijken
geest, p. 1-21; L. van Deyssel, De Terugkeer tot de
Moeder, p. 22-31, laatstelijk herdrukt in Lodewijk van Deyssel, De Adriaantjes [zie noot 319], p. 30-38; Alex. Gutteling,
Een Krans, p. 32-54; A. Aletrino, Line, p. 55-81, aldaar gedagtekend April 1903; P. van Assche, Marcus en Theus, p. 81-88: F. van der Goes, Aanteekeningen op het vonnis van de rechtbank, p. 89-112; L. Van
Deyssel, Avond, p. 113-116, voor de eerste maal herdrukt
in de bundel Verbeeldingen, Amsterdam z.j. (1908), p.
63-67; J.C. Hol, Muziek: Fidelio, p. 117-124; L. van
Deyssel, Aanteekeningen: Een edele wending [n.a.v. het
proces-F. van der Goes], p. 125-127, aldaar gedagtekend Juni 1903 [niet
herdrukt]. De XXe Eeuw, idem, augustus 1903, was aldus samengesteld:
G.J.P.J. Bolland, Verstand en rede/Eene proeve van zuivere
wetenschap, p. 129-164, aldaar gedagtekend Leiden, Mei 1903: L. van
Deyssel, De nieuwe dag, p. 165-180, laatstelijk herdrukt
in Lodewijk van Deyssel, De Adriaantjes [zie noot 319], p.
39-55; Jac. van Looy, Sonnetten: I, Wonderlijk is in 't holle van den nacht, gedagtekend Onder de
ree-Marseille, 25 Nov. 1901, II, Hoe, nu de sterren zoo
verruklijk wenken, gedagtekend Utrera-Jerez, 26 Dec. 1901, III, Voort muil, wiens ooren wijzen ons naar Fez, gedagtekend
Route Fez, 2 Mei 1902, IV, In Memoriam, † ... April 1902,
V, Hoor het verheven zingen bij het dagen, gedagtekend
Granada, 20 Mei 1902, VI, Ontzaglijke eindloosheid;
bewustelooze nacht, gedagtekend 1903, p. 181-186; Frans Mijnssen,
Verdwaalden, Dramatische studie in drie bedrijven,
[voorzien van de noot: Opgevoerd door de Nederlandsche Tooneelvereeniging,
voor het eerst op 19 Maart 1903 te Amsterdam], p. 187-221; H. Bouma, Brug op, p. 222-225; L. van Deyssel, Cacographiën [zie noot 284], p. 226-228; Jos. Loopuit, Sociale crisis in Engeland, p. 229-246, aldaar gedagtekend
Juni 1903; J.C. Hol, Muziek: Fidelio, p. 247-256. De
XXe Eeuw, idem, september 1903, was aldus samengesteld: Albert Verwey, Jacques Perk herdacht, I, p. 257-276, herdrukt in Proza, dl. I, Amsterdam, 1921, p. 7-31; G. Busken Huet,
Middeleeuwsche Renaissance, p. 277-301; J.L. Walch,
Gedichten (Stadje bij maneschijn, Gulden avond gloort, Het
jongetje, Mei en Herinnering), p. 302-306; L. van
Deyssel, Kritiek over Honoré de Balzac, p. 307-317, voor
de eerste maal herdrukt in de Achtste bundel Verzamelde
Opstellen, Amsterdam, 1905, p. 57-69; H. Bouma, Terug, p. 318-322; H. Bouma, Kamers [met de
opdracht: Aan Mûs], p. 323-330; Marie S. Roetman, Verzen,
(Mijn licht, Nachtwind, ‘Sinte Maarten’, Stad en Weening), p. 331-335; Keizer Marcus Aurelius
tot zichzelven, vertaald door J.H. Leopold, p. 336-347; P.H. Ritter
Jr., De twist, p. 348-362; J.C. Hol, Muziek:
Fidelio, p. 367-378, aldaar gedagtekend Bologna, 3 Aug.; L. van
Deyssel, Aanteekeningen bij het lezen van Bosboom-Toussaint en
Van Lennep, p. 379-384, voor de eerste maal herdrukt in de Zevende bundel Verzamelde Opstellen. Amsterdam, 1904, p.
121-126.
-
voetnoot327
- De XXe Eeuw, 9e jrg. dl. IV, aflev. 10,
oktober 1903, was aldus samengesteld: L. van Deyssel, Door
helle en starre Levens-lente, p. 1-21, laatstelijk herdrukt in
Lodewijk van Deyssel, Het Ik [zie noot 321], p. 95-118;
G.J.P.J. Bolland, Zuivere rede in hare toepasselijkheid op de
samenleving, p. 22-49, aldaar gedagtekend Leiden, Mei 1903; Albert
Verwey, Jacques Perk herdacht, II, p. 50-63, herdrukt in
Proza, dl. I, Amsterdam, 1921, p. 31-47; Frederik van
Eeden, Gedichten (I, Alles voor U,
gedagtekend Wijk a/Zee, 23 Aug. 1902; II, In memoriam G[erlof]
v[an] V[loten], III, Vrees niet), p. 64-71;
Albert Verwey, Uit ‘De kristaltwijg’ [voorzien van de
noot: Het geheele werk verschijnt dezer dagen bij den uitgever W. Versluys],
Epiloog, p. 72-77, laatstelijk herdrukt in O.D., I, p.
447-450; L. van Deyssel, De gouden avond en de witte
morgen, p. 78-88, laatstelijk herdrukt in De
Adriaantjes [zie noot 319], p. 56-67; L. van Deyssel, Bezoek bij Thijs Maris [zie noot 197], p. 89-96; F. van der Goes,
Over eenige Marxistische grondstellingen [n.a.v. De Kleinhandel/Eene Anti-Marxistische Repliek door Mr.
J.A. Levy, enz. 's-Gravenhage, 1903, p. 97-126, aldaar gedagtekend
Hilversum, 14 Juli; J.C. Hol, Muziek: De Wagner-opvoeringen in
het Prinz-Regenten-Theater, p. 127-135.
|