De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd47Noordwijk/Zee 23 Novr. 98
Amice, Als je bijdragen aan het Tijdschrift in 1899 8 vel beslaan - zoo was de zin van onze besprekingen - dan kunnen die geheel uit de honorariumkas (8×65=ƒ520.-) betaald worden. Beslaan ze iets meer - zoo waagde ik erbij aantedringen - 8 ¼ of 8 ½ vel bv. - zou je dan niet genegen zijn, te mijnen pleiziere, omdat ik met déze regeling al zoovéel moeite gehad heb, ze toch tegen 8 vel te berekenen? - Beslaan ze véél meer, zei ik in parenthese, dan zou Groesbeek tegen wien ik daar al een woordje over heb losgelaten, wel een voorschot toestaan uit de kas van het volgend jaar. - Dit was in hoofdzaak en bedoeling wat ik in Aken het genoegen had je meetedeelen. Begrijp ik het nu wel dan beslaat het hs. waarvan nu sprake is, acht vel of iets minder. Zetten wij het dan uit, wat op de 8 vel 1 ¼ vel scheelt, dan staan we in plaats van voor een door mij zoo zeer gewenschte kleine tegemoetkoming van jouw zijde voor een extra-bezwaring van ƒ80.-. Hoe zal ik daar Groesbeek mee aankomen, daar toch onze afspraak klaarblijkelijk over de gewone wijs van drukken liep, zoozelfs dat Groesbeek de vraag stelde of hij niet een regel meer op een bladzij zetten mocht.
Iets anders is indien werkelijk de wensch naar ‘marginalen luister’ het hoofdmotief tot je voorstel is. In dat geval zou het honorarium voor de bijdragen kunnen berekend worden naar de ruimte die zij bij gewone zetwijze zouden innemen, - terwijl ik Groesbeeks toestemming vraag tot het zetten naar de ruimere.
Bezwaren dáartegen zijn dan dat een dergelijke zetting van prozagedichten in het Tijdschrift geen voorbeeld heeft, - dat de bijdrage zeer groot is, - en dat ik Groesbeek bij onze laatste afspraak heb moeten beloven de 10 vel nooit meer te boven te gaan. Uit dit laatste volgt dat verbruik van een vel ruimte, ons noodzaakt een vel kopie minder te publiceeren. Ziehier, mijn waarde redakteur, wat ik je verzoek onzen geachten medewerker overtebrengen. Ik hoop van harte dat hij sympathie voelt voor de moeiten van iemand die verscheidenheid van belangen behartigend zijn beste krachten heeft ingespannen om ook de zijne niet te doen achterstaan. Ik spreek mijn groote blijdschap uit over het feit dat het handschrift zoover in orde is en in zijn geheel in het Tijdschrift verschijnen zal. Ik ben daar eenigszins persoonlijk dankbaar voor.
Over de kleinere aangelegenheid heb ik werkelijk, in mijn blijdschap de geldzaken met Groesbeek zoo geschikt te krijgen, niet gesproken. In elk geval, laten wij afspreken de | |
[pagina 60]
| |
eerste keer dat ik in Baarn komGa naar voetnoot103 - het zal denkelijk niet lang duren - de zaak eens door te zien. Hartelijke groeten. Groet Cateau. Je vriend
Albert Verwey |
|