De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd281Noordwijk/Zee 5 Maart '98.
Amice, De vuurpijl van je toejuiching heb ik met begrijpelijke blijdschap omhoog zien gaan. Bewondering is gul en ik krediteer die gulheid voor wat ze boven de billijke waarde geeft. Vorsten en staatslieden ontmoeten elkaar graag in de volte van oorverdovende feesten, om gewichtige zaken te behandelen: ik gebruik ons feestelijk verkeer van nu voor de bespreking van een enkele tijdschriftzaak. Het kan zijn dat ik in April van huis ga. Daarom wou ik het Meinummer zooveel doenlijk vooraf saamstellen. Iets anders is dat wij ƒ250,- te veel aan honoraria hebben uitgegeven die we trachten moeten in twee keer in te halen. Om die twee redenen verzoek ik je geen enkele belofte te doen van opneming in het Meinummer. Uit het volgende overzicht zal blijken wat we daarentegen kunnen doen. Er zijn gezet om te worden afgedrukt:
| |||||||||||||||||
[pagina 283]
| |||||||||||||||||
Blijft als we ƒ125,- op dit nr. uitsparen ƒ300,- - ƒ125,- - ƒ120,- = ƒ55,- over om te besteden voor minstens 3 vel. Je zult misschien vinden dat het zoo nauw niet hoeft. Ziehier mijn redenen: 1o Alleen het feit dat ik binnen het kontrakt blijf geeft mij tot de uitgevers de verhouding waarin ik me bewegen kan. Dit is zéér stellig en ik heb het bij ervaring. 2o Wij gebruiken dit jaar al ƒ90,- extra uit de kas van de vennootschap (Van D. honoraria). Vooral nu dus verwachten ze dat we uitkomen. 3o Ondanks alles gaat het abonnentental niet vooruit. Het is zelfs de vraag of wij dit jaar op ons aantal blijven. 4o Voor Van Deyssel, indien hij een groote bijdrage heeft is het voordeeliger die te plaatsen in het Septembernummer. Redenen om teveel kostende bijdragen van anderen aan te nemen kunnen alleen zijn: welwillendheid, vrees voor verlies van medewerker, aktualiteit en daardoor verlies van stuk. De eerste is een weelde die we ons op 't oogenblik ontzeggen moeten, de derde brengt belang mee van den schrijver en dus mogelijkheid van schikking, en de tweede, als ze voorkomt, is een bijzonder geval van beleedigde eigenliefde waar wij tweeën psychologen wel raad op weten. Ziehier de redenen waarom ik je verzoek mij te steunen in deze arithmetische beschikkingen. Vergeet ook niet dat geen boeken mogen gekocht worden. We zouden er zelf voor moeten opkomen. Een klein tekort zal tenslotte tóch blijven, en dat is goed omdat ik dan met meer klem op vergrooting van onze kas kan aandringen. Kun je, schrijf me dan nu eerst even je eigen uitzichten. Van de bewuste ƒ90,- staat nog ± ƒ6,50, d.i. voor zeven bladzijden. Die kun je dus schrijven tegen het volle honorarium. Dat maakt voor onze kas circa ƒ22,-. Een stukje van die omvang en dan onder een afzonderlijk hoofd zou dus voor alle partijen het meest gewenscht zijn.Ga naar voetnoot*) Maar misschien geef je meer? Zoodra ik dat weet zal ik aan Goes schrijven, dus liefst weet ik het gauw. Voorts houd ik me aanbevolen voor raad en terechtwijzing. - Het ga je wel.
Je vriend Albert Verwey |
|