De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 284]
| |
282Baarn 6 Maart 1898.
Amice, Uit je schrijven deze drie gevolgtrekkingen: Ik in de Mei-aflev. iets van 7 bladzijden. Verder die vullen met 3 vel voor 55 gld. En: over eventueel in te komen aktueel stuk samen delibereeren. Hiermede stem ik voorloopig in, mij echter niet verbindende voor de 7 bladzijden. Wat de 3 vel voor 55 gld. aangaat, zouden in aanmerking kunnen komen het stuk van den Leidenaar en die langere novelle van v. Hulzen, die ik nog heb. Wat dunkt je? Hier is echter geen haast bij en misschien komen er nog betere bijdragen, waarmede wij toch binnen de ƒ55,- kunnen blijven. Een enkel boek mag ik toch wel laten komen - ik denk vooral om Huysmans La CathédraleGa naar voetnoot711 -; het kan dan op de rekening van het volgend jaar? Moet ik dus Leidenaar en HulzenGa naar voetnoot712 sturen, dan hoor ik dat wel van je. Ook vernam ik bij gelegenheid gaarne eventueel den datum van je vertrek en den duur van je uitblijven. Over den arbeid, die mij nog bezig houdt en wat daarmede in verband staat hoop ik over eenigen tijd van gedachte met je te mogen wisselen. Ontvang, in-tusschen, mijn hartelijke groeten
Karel Alb. Thijm. |
|