De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd200Baarn 25 December 1896
Amice, Ik vind je stuk in het Weekblad voortreffelijkGa naar voetnoot596 Het is vooreerst geschreven in een toon van kalme, goed-gehumeurde en glimlachende meerderheid, waartegen niet op te komen is, en waarbij de stijl van den Zeergeleerden van zelf in elkaâr zinkt. Ten anderen, behandelt het juist wat ik voor mij zelf ook had uitgemaakt, dat, ontdaan van alle persoonlijkheden, de kern van het vraagstuk is. Ten derde zegt het aan V.D. de scherpste waarheden in zacht-golvenden vorm, namelijk: dat het ál te mal is, dat híj eigenlijk een skelet is en dat hij een vuil-geduimde doodgraver en niet anders is. Ik ben er zoo door in mijn humeur geraakt, dat ik onze malle tante van Deventer er zijn streek bijna om vergeven heb. Ik heb tot mijn genoegen gehoord, dat personen, die er niets van weten konden, o.a. Boeken, aan den tóon zelf gemerkt hebben, dat hier door V.D. een wrok gekoeld werd. Vriendelijke groeten
Karel Alb. Th. |
|