De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 62]
| |
40Noordwijk aan Zee 18 Decr.'94.
Amice, Van der Horst had uitstel gevraagd tot gister. Hij zou een half vel worden. Vermoedelijk wordt dat dus nu gezet. Goes zond de letterkundige bijdrage die hij beloofd had.Ga naar voetnoot170 Het is, naar aanleiding van de rede van Blok en de aankondiging van mijn zwager, een stuk over geschiedenis. Het is van inhoud het tegendeel van wat ik voor waar houd, maar juist daardoor misschien leek het me zeer frappant. Ik heb het naar Groesb. gestuurd. Wil je 't vooraf zien, laat hij je dan even een proef sturen. Toen ik de vorige week in Amsterdam was, vernam ik dat was ingekomen een bespreking van Coenen's Studies door Aletrino;Ga naar voetnoot171 1 ½ a 2 blz. Ik vermoedde toen dat ik die Studies aan jou, en jij ze aan Sam gestuurd had. Maar nu ik me wel bezin geloof ik dat ik Coenen en A.J. naar v. Deventer heb gezonden.Ga naar voetnoot172 Het zou dan heel onbehoorlijk zijn dat Chap 't gebruikt voor de Kunstwereld; en een geluk dat Sam nog leeft. Diepenbrock te vragen was bij mij ook opgekomen toen het zeker was dat de N.G. niet meer zou uitkomen; maar ik wachtte tot jij hersteld zou zijn, omdat jij hem vragen moet. Heb je er op tegen Tak meer te polsen dan te vragen? Zijn neigingen zijn niet zeer naar onzen kant. Zoo pas stond hij zelfs nog op het vragen van Tideman voor zijn Kroniek, tot consternatie van Veth en de anderen. A propos van Veth: ik weet zeker dat hij het hem door Heykoop voor de Kroniek gezonden stukje over Prikker geweigerd heeft. Hoe kan hij het ons dan aanraden? Bedoel je dat van Coenen, voorde a.s. afl. of voor de daarop volgende?Ga naar voetnoot173 Met Goes en Sam zijn wij op 157. Vragen des Tijds vind ik uitmuntend. Ik heb een stuk van den engelschen SimonsGa naar voetnoot174 ontvangen over Ibsen, tegen Jelgersma. Het kan mij nog niet bekoren, maar aangezien het er nu toch niet in kan, is er geen haast. De aangenaamste van je berichten is dat je beter wordt. Nu de Noordwijksche lucht voor een nakuur. Verbazingwekkend is je meedeeling dat Erens geen tijd heeft. Juist waar hij doorgaans te veel van had. Ik heb het nu druk met het drukken en de correctie van Van der Noot,Ga naar voetnoot175 waarvoor ik vandaag in Leiden was. | |
Blad 1 van een brief van Lodewijk van Deyssel aan Harry
G.M. Prick, d.d. 21 juni 1951, met inlichtingen over Mr. H.J. Biederlack
(1860-1951), die inderdaad in ‘De Kleine Republiek’ (1889) figureert
onder de naam Utterlack. Zie in dl. I, p. 180, noot 291.
| |
[pagina 64]
| |
Ik zag vanochtend den brief van het Internationale Tijdschrift.Ga naar voetnoot176 Holst ging naar Haarlem, naar Enschedé, om begin te maken met het drukken van de verzen van zijn meisje.Ga naar voetnoot177 Zeer gegroet. Tot ziens.
Alb. V.
Ik zie in mijn brievenboek dat ik Chap A.J. en Cyr. Buysse gestuurd heb.Ga naar voetnoot178 Coenen moet jij dan ontvangen hebben, zoodat Chap het niet van ons had. Had A. het dan misschien toch van je? |
|