De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 121]
| |
Rouwbrief van Anna Maria Verwey, geboren Hardenberg
| |
[pagina 122]
| |
71Rozengracht 57 Amsterdam 29 Octr. '89
Amice, De bedoeling van mijn briefje was juist het adres uittevinden, waarheen ik je mijn bundel kon toesturen. Na dien veldontdekker komt deze voorhoede. En het lichaam van het leger is het boek dat ik vanmiddag voor je ga inpakken.Ga naar voetnoot178 Het heeft een achterhoede van maar weinig versjes, die je met de wapenen van hun nog-door-jou-niet-gelezenheid zouden kunnen overrompelen. Overigens ben je met hun manoeuvres even bekend als ik zelf. Je begrijpt dat ik je zwijgen niet hoefde te verontschuldigen. Bovendien zou je brief den meest geharnasten toorn ontwapend hebben. Intusschen hoop ik dat je me niet kwalijk neemt dat ik zooeven Karl Bleibtreu: Cromwell bei Marstonmoor, Ein Schlachtbild, gelezen heb, en daardoor niet anders kan schrijven dan in taktische en militaire termen. Eline Vere. Ja, ik heb hier sinds een paar jaar een boek staan: Hans Jordaens: Uit lang vervlogen tijden. Indertijd heb ik daar tranen met tuiten bij gehuild; ik kan er nog niet van scheiden; en is zoó'n prul. Maar jij bent ik niet en ik ben nu eenmaal van kind af het alleraandoenlijkst voor slechte hollandsche romans, spektakelstukken en huilerige operaas geweest. Een aandoenlijk iemand is juffrouw Swarth, die me daar ook al weer een bundel stuurt. De vorige keer waren het Sneeuwvlokken in een wit, nu zijn het RouwviolenGa naar voetnoot179 in een zwart kaftje. Alleraandoenlijkst, maar vervelend. Ik wou dat ze trouwde, dan kwam er variatie, en de speulman op 't dak. Dat je je luxe-bourg in Luxembourg niet meer bewoont zal me, hoop ik, aanleiding zijn je eens thuis te zien. Wel zijn mijn Antwerpensche vrienden niet meer Antwerpensch; maar de weg naar Bergen-op-Zoom heeft die aantrekking op 't oogenblik niet noodig. Je hoorde misschien al dat ik mijn redacteurschap heb neergelegd. Met Kloos ging het niet en ook hoor ik niet meer in een kringetje. Ik ben nu vrij; maar blijf eigenaar en medewerker.Ga naar voetnoot180 Zaterdag overleed mijn grootmoeder,Ga naar voetnoot181 de moeder van mijn vader,Ga naar voetnoot182 en, eigenlijk, de Stammoeder van het Verwey-geslacht dat nu in opkomst is. Ik schrijf het op, omdat ik er telkens aan denk en het niet onbelangrijker vind dan al het andere. Ik hoop veel moois van je nieuwe arbeidzaamheid. | |
[pagina 123]
| |
Wees zoo goed mijn beleefde groeten aan je vrouw over te brengen en geloof me dezelfde.
Albert Verwey |
|