292
Baarn, 2 Juni 1899.
Amice,
Dank voor uw schrijven. Bij eene temperatuur als die van heden doet wellicht geen woord meer lavend aan dan het woord Moezel.
Het doet mij toch zóo veel genoegen, dat gij beiden nu eens langs de Moezel gaan zult. Ik drink U in gedachte toe met een glas Moezelwijn ter eere van het deliciëuze genoegen, door mij van dat tochtje voor U verwacht.
Het beste ook met je Moeder.
Hartelijk gegroet, Komplimenten aan de logé.
Karel.
Ik voor mij denk mijn arbeidstijd nog wat te doen duren, maar in de laatste helft van Juli hoop ik, dat zich wat vrijheid zal voordoen.