291
Amsterdam 1 Juni 99
Beste Karel,
Om je een eventueele kleine teleurstelling te besparen voor het geval dat met het mooie weer je vacancie mocht beginnen en je mij dan wenschte te zien, wil ik je even melden, dat ik de eerstvolgende weken niet in de stad zal zijn. Ik ga mijn moeder naar Wiesbaden brengen en hoop van daar (doorgehaald: uit) als Zij wél mag blijven, eenige kleine uitstapjes te maken. Daarna hoop ik met Mien den Moezel eens langs te gaan.
Wij hebben een poesje te logeeren, precies een allerliefst, jong blond meisje. Het poesje werd Zondag avond door Mien van een wissen dood gered. Nadat het beest in de gracht had gelegen, werd het op ruwe manier vertrapt en verstooten. Mien stopte poes Maandag ochtend in een bad en nu ziet zij er even fatsoenlijk uit, hoewel wat magerder, als onze beide patriarchen.
Moge het U en de Uwen in alle opzichten welgaan!
Met de beste groeten,
Je vriend
Arnold Ising.