De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr., 1883-1904

205

Amsterdam 25 Juli 1895.

Waarde Heer en Vriend,

Van de zeer gracieuse uitnoodiging³⁸⁵ van Uw Vrouw en U hoop ik aanstaanden Zondag,³⁸⁶ met het meeste genoegen gebruik te komen maken. Ik had trouwens het voornemen U dit zelf voor te stellen. Intusschen ben ik U zeer erkentelijk voor Uw allerhoffelijkst schrijven.

385 Niet bewaard gebleven.

386 28 juli 1895. Op die datum werd het verkeer tussen Thijm en Ising een poos onderbroken door het plotseling komen opdagen van het echtpaar Pos-Greidanus.

[p. 238]

Ik had juist in Hilversum een verrukkings-gevoel gekregen van het laatste bezoek, dat ik U mocht brengen. Ik kan het niet ontleden, maar het begin was dat ik bij U had kunnen zeggen van de grofheid, die onbewust in de kamer gevoeld werd; zonder dat dit eenigszins persoonlijk werd opgevat. Dit zou bij niemand anders begrepen zijn geworden. -

Toen volgde het middagje bij mij, dat voor mij eenigszins verstoord werd door huishoudelijke zorgen, veroorzaakt door de gastmalen met Witsen, die juist pas den vorigen avond vertrokken was.

Daarna las ik in het heerlijke Hilversum-sentiment in Uw Opstellen, - o.a. hoe Gij Zola's portret uit Uw kamer hadt weggedaan, toen hij gedecoreerd werd. Ik vond het aartsdom van mijzelf, dat ik mij dit niet terstond herinnerde toen wij er bij U over spraken, naar aanleiding van Breitner, en een beetje komiek omdat Gij (doorgehaald: mij) zelf mij Uw boek hebt willen schenken.

Ook had ik veel gelezen in Uw: J.A. Abngk-Thijm, het werk dat ik - door den omgang met U heen - met zachte aandoening teer bemin. Toen was het heerlijk dat Gij mij den éérsten Zondag wildet ontvangen. Ik zag er een nieuw blijkje van sympathie in, en door Uw briefkaart met ‘Maussie zal dien dag komen’,³⁸⁷ werd het lieve gevoel, dat ik door mijne consideratie voor U, in U voor mij begeerde, eenigszins besmet. Ik ben, zoolang ik Uw vriend ben, (doorgehaald: eenig) wat jaloersch op anderen, die met U omgaan, en nu kon ik niet verkroppen dat Maussie, ondanks zijn incorrecte wijze van handelen onzen dag verstoorde. Juist Maussie tusschen onzen omgang in, komt mij absoluut onverdragelijk voor. Van Verwey of Van Eeden of zoo iemand, dien ik niet ken, zou het mij veel minder gedeerd hebben.

Tot Zondag dus,

Van harte

Uw vriend

Arn. Ising Jr.

387 Niet bewaard gebleven.