202
M.B. Mendes da Costa.
Amsterdam, 724 Prinsengracht.
21 Juli 1895
Beste Nokkie,
Op den laten avond uitvoerig antwoorden op een hoogst onaangenaam schrijven is verkeerd. Er niet op antwoorden is nog erger omdat een nacht van niet slapen er het gevolg van zou wezen. Ik antwoord dus kort.
Incorrect ben ik geweest, zeker; maar zoover ik me bewust was alleen tegenover Karel en dan nog alleen in zóóver dat ik een briefkaart die ik van plan was om 3 uur te schrijven, geschreven heb nadat ik alle reden had te veronderstellen dat hij mij zou antwoorden ‘'t kan niet’. Ik heb Karel natuurlijk gezegd dat ik haar had geschreven, voordat ik het van jou wist.
Nu zie ik op dit oogenblik 't incorrecte tegenover jou nog niet in. Misschien doe ik dat morgen wel. Ik kan je alleen verzekeren 1e dat ik heusch dacht dat 21 of 28 Juli jou precies 't zelfde was; gesteld al, wat ik niet kon vermoeden, dat Karel je zou vragen je bezoek uit te stellen.
2e dat als ik in de verste verte had kunnen vermoeden dat voor jou of Mina mijn briefkaart ook maar nog zoo weinig onaangenaams ten gevolge had kunnen hebben, ik alles liever zou hebben gedaan dan haar schrijven.
Nu moet jij natuurlijk weten in hoeverre je het beter vindt me niet te zien tot