De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr., 1883-1904
(1968)–Lodewijk van Deyssel, Arnold Paul Constant Ising jr.– Auteursrechtelijk beschermd121Amst. 13 Dec. 92.
Beste Karel! Het is bedonderd dat je het zoo beroerd hebt. De verbrande ledematen, roodvonk, diphteritis, moeraskoortsen, galkoortsen, kiespijnen, cholerine, dichtgenaaide wangen zijn gelukkig voorbijgaande kwalen, die elk op zich zelf een afgesloten geheel vormen, terwijl juist de verscheidenheid ze minder erg maakt dan één voortdurende ramp. Het verheugt mij meer dan ik zeggen kan dat je zenuwongesteldheid - hoewel langzaam - beterend is. Die ziekte zal wel in verband staan met al de ellende, die je hebt moeten doorkomen. Graag zou ik er eenigen van voor mijn rekening hebben genomen, als het jou had kunnen helpen. Met onze vrienden is het evenmin rozengeur en maneschijn. De Nieuwe Gids ligt, vrees ik, op het apengapen en is dit zoo - dan zal de man die het loodje legt, Kloos zijn. Van Eeden, Goes en Tak,Ga naar voetnoot281 gezeten burgers, met hoofden vol wijsheid en harten voor zes kan godglimmend niets gebeuren - maar Kloos, die zit maar in de kroeg en hij drinkt veel te veel, en hij gaat 's morgens om half tien naar bed! Wat is dat voor een leven! en dan is er geen copy - waarom zorgt hij er niet voor? - hij heeft er het meeste belang bij met z'n Vijftig Gulden per maand - en waar blijven de litteraire Kronieken, hij krijgt zijn honorarium toch en (doorgehaald: een) exprès - hoor je wel - exprès een hoog honorarium als hij maar produceeren wil! en dan vindt hij nog leelijk het werk van anderen - daar heb je mijn Johannes Viator - Nou! Jawel, verrek! en stik in je martelaarschap met je schijnheilige tronie!Ga naar voetnoot282 Kloos ligt sinds weken nacht en dag op een bank, omdat hij geen bed heeft. Hij eet niet en hij drinkt niet en hij ligt maar te denken. Zijn inleiding van het stuk tegen Van Eeden is (doorgehaald: af) klaar - nu wil het niet verder.Ga naar voetnoot283 Hij vindt | |
[pagina 176]
| |
het 't beste om dood te gaan, want dan zijn ze van hem af, die hij in den weg zit. Zooals je weet is Goes met zijn maitresseGa naar voetnoot284 verloofd. Bij Mast wilden zij hem en haar niet laten logeeren - maar hij schrijft briefjes aan WybautGa naar voetnoot285 in Middelburg en aan andere fatsoenlijke families - dat het nu zoo zit en of zij hem en haar willen ontvangen. Dan zeggen de menschen: ja, en dan gaat hij met haar in den trein met zakken vol koekjes en theerandjes en een flesch wijn en een koude kip. Het incorrecte van zijn houding, die hij nu tracht voor correct te doen doorgaan, is zoo half dat ik er onpasselijk van werd. Zij zijn ook bij Mina en mij geweest! Zij is een wassen pop met een gezichtje van was, dat niet goed te zien is en dat men dadelijk weer vergeet. Zij spreekt Haagsch en (doorgehaald: doet) tracht voornaam te zijn, maar vertelt van ééns in de derde klasse ‘gerezen’ te hebben en dat iemand haar ‘de brokken uit haar keel’ keek. Toen Mina zei medelijden te hebben met dien hongerlijder, dien Goes als eersten klerk heeft en die (doorgehaald: nu) met vrouw en kinderen weg moet als hij gaat trouwen, zei zij: ach, waarom? Het is niet erg, wij kunnen het kantoor best bij ons aan huis hebben’. Toen Mina vertelde dat een vriend, wien Goes Vijftig Gulden had geleend, financieel geholpen was, antwoordde zij: ‘O, Franc, Vijftig Gulden aan een vriend leenen! Hoe kun je dat doen? Ga er maar gauw heen!’ ‘Zeker, juffrouw!’, zei Mina, ‘U heeft er al weer een nieuw costuum voor!’ Zij is heelemaal niet ‘echt’. Verschrikkelijk! Goes is een aanstellerige verliefde lummel, die in het bijzijn van anderen de vrouw zijner keuze onhandig en vies zit aan te halen. Hij praat over niets anders, zoodat hij ook alleen totaal ongenietbaar is en ik kom nooit bij Mast uit vrees van hem daar te ontmoeten. Naar de bliksem! Met Frans Erens en Willem Witsen ga ik het liefst en het meest om. Frans Erens heeft nog altijd geen baantje en beklaagt zich over zijn onzeker bestaan. Willem Witsen is een fatalist - zeer bijgeloovig - met een hart van een koning; door zijn antecedenten vraagt hij veel van het leven en klopt soms aan een doovemans deur. Verlaine heeft bij hem gelogeerd.Ga naar voetnoot286 Hij haalde er de anderen bij en dan ging het heelemaal niet. Zij gingen elkaar afloeren hoe zij zich in deze omstandigheid wel gedroegen en ieder vond dat de ander verkeerd deed. Zoodra wij met ons drieën of meer zijn, is het mis. Ik maak mij dikwijls angstig over het eventueel omvallen van Het Nederl. | |
[pagina 177]
| |
Tooneel en over de toekomst - maar het oogenblik is voor mij alles - dan komt het verleden en dan pas de toekomst. Door langer te schrijven, vrees ik je al te zeer te vermoeien. Ontvang de beleefde groeten van Mina. Zeg je vrouw hartelijk goeden dag. Beterschap wordt je toegewenscht door
Je vriend Arnold Ising Jr. |
|