De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr., 1883-1904
(1968)–Lodewijk van Deyssel, Arnold Paul Constant Ising jr.– Auteursrechtelijk beschermd119Amsterdam 9 Dec. 92.
Waarde Kato! Vergeef mij dat ik U kom lastig vallen - maar ik denk veel aan Karel en ik vind het erg akelig dat hij niet gezond schijnt te zijn. Zoo vernam ik dat Karel in het voorjaar te KleefGa naar voetnoot278 is geweest - maar dat de kuur hem niet best bekwam. Nu hoor ik weer dat hij met zijn oogen sukkelt en ik zou het zoo heel lief van U vinden wanneer ge mij met een enkel woordje zoudt willen meedeelen hoe het met hem en met U gaat. Ik merk wel dat het spreekwoord ‘uit het oog, uit het hart’ niet op alle vriendschap toepasselijk is - want wanneer ik mij gevestigd had op het Siberische Schiereiland, zou ik toch verlangen te weten of Gij beiden met Uw Kindje geen verdriet hadt. Hoewel mij in den laatsten tijd geen rampen overkomen zijn, ondervind ik toch dikwijls dat mijn vrienden en ik niet voor ons plezier op de wereld zijn. Vaak denk ik er aan hoe prettig het zou zijn wanneer ge met Uw man en Joopie in de nabijheid van Amsterdam kondet komen wonen. Ge zoudt dan van tijd tot tijd als het schikte eens iemand kunnen zien en spreken en toch geheel vrij kunnen blijven om alleen te zijn als Karel wilde werken, en Uw beste vrienden zouden er ook veel bij winnen. Hartelijk hoop ik dat ge mij niet al te onbescheiden zult vinden. Ontvang vele groeten voor Karel en Uw zoontje en geloof mij,
Uw vriend Arnold Ising Jr.
70 Reguliersgracht. |
|