De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr., 1883-1904
(1968)–Lodewijk van Deyssel, Arnold Paul Constant Ising jr.– Auteursrechtelijk beschermd102Bergen-Op-Zoom, 5 Juni 1891
Amice, Ik verzoek U uwe lieve levensgezellin te bedanken voor den ontvangst mij laatstelijk ten harent bereid. -Ga naar voetnoot245
Ik neem de vrijheid U hierbij eene fotografische afbeelding van mijn zoontje aan te bieden. Ik ken uwe beminnelijkheid genoeg om te weten dat gij haar niet van de hand zult wijzen, even min als deze asperges; de luttelheid van dit aspergesgeschenk heft er de onbescheidenheid van op, daar deze asperges mij, permiteer, slechts 2 cents het bosje kosten. Het is hier het land van die plant. -
Ik ga verder en durf U uitnoodigen den Zondag van 7 Juni bij mij te komen doorbrengen of, schikt het U dan beter, die van den 14 en of die van den 21 en. Gij zult onzen gewonen disch, in geval van bewilliging, wel voor lief nemen, terwijl natuurlijk de exceptioneele financieële bizonderheid van uw vorig bezoek vervalt. Hopende op een gunstig wederwoord
teeken ik de Uwe Thijm.
Mag ik hopen dat gij, in geval van bewilliging, des Zaterdags zoo vroeg mogelijk zult aankomen? Mijn vriendelijke groeten aan uw huisgenoote. | |
[pagina 140]
| |
Sinds ik uit Amsterdam terug ben, ben ik weêr al dien tijd ziek en bedlegerig geweest.Ga naar voetnoot246 Verschoon het schrift van een konvalescent. |
|