broeder geheel misplaatst zoû zijn. Toen ik hiervoor mijne toestemming had gegeven, heeft hij mij gezegd, dat jij hém eerder verleid had dan hij jou, dat hij je hoegenaamd niet gekompromitteerd had, dat je je in tegendeel door anderen had laten afficheeren en kompromitteeren, dat men je kende als een vrouw, die heel Europa had doorbommeld, etc. Van het geld sprak hij niet. Hij zeide ook, dat het niet in de fransche zeden lag eene alleen-wonende vijf-en-dertigjarige vrouw, die vrijwillig eene tijdelijke niet-publieke relatie met een man aanknoopte, daardoor gekompromitteerd te achten.
Ik had daarop een superbe fraze om te zeggen, dat dat dan wèl in de hollandsche zeden lag en dat er meer gekompromitteerd was nu ik de zaak wist dan indien het te Parijs meer bekend was geweest.
Het einde is geweest dat hij zijn volzin-van-besluit telkens herhaalde, namelijk dat ik zooveel jonger was dan jij en hij mij beloofde de zaak verder met jouw af te handelen. Want er waren details, die onmogelijk anders dan tusschen jouw en hem afgehandeld konden worden. Hiertegen in herhaalde ik telkens, dat hij je zoû trouwen: vous la marierez, vous la marierez, vous la marierez.
Ik dacht dat ik barstte. Het zweet liep mij tappelings van mijn kop. Nooit in mijn leven doe ik nogmaals zulk eene aktive en violente démarche.
Hij heeft je adres gevraagd, dat hij voorwendde of meende niet te kennen.
Ik denk, dat je nu reeds in briefwisseling met hem bent, want uit verschillende dingen kon ik dat opmaken.
Den avond van den zelfden dag dineerde ik bij den heer Obreen, 98, Avenue Niël, waar ik mijn vriend De Meester trof, die juist getrouwd was met een oud vriendinnetje van je, jufvrouw Obreen, die mede aanzat.
Mocht Mézières je nog niet geschreven hebben dan vermoed ik, dat je bij uitstek gramstorig bent om dat ik niet eerder na mijn telegram uitvoerig bericht heb gezonden. Ik vermoed, dat je dan gereed bent die gramstorigheid, in een brief met volzinnen als giftige naalden, tegen mij uit te storten.
Ik heb niet eerder geschreven om dat mij, eerst te Parijs, door de drukte, toen hier door de melancholische reactie, de dispositie er toe ontbrak en wijl ik geloofde, en nu nog meer dan een week geleden, dat je reeds in korr. met Alfred bent. In geen geval wensch ik mij echter aan de uitstorting van je gramstorigheid bloot te stellen. Ik wensch mij onbereikbaar te stellen voor je mondeling of epistolair verkeer tot - je getrouwd zult zijn.
Tien jaar van rancune zijn er in mij tegen je opgestapeld. De twee eerste van onze laatste samenkomsten zijn tamelijk goed gegaan, hoewel ze voor mij niet aangenaam waren; maar ons ontbijt in Brussel en de daarop gevolgde brief zijn mij weer eene waarschuwing geweest om met den omgang niet door te gaan.
Onder mijn kalmte en tijdelijke vriendelijkheden, liggen tien jaar van brandende rancune tegen je opgestapeld.
Nog éen raad: heeft M. je nog niet geschreven, schrijf jij hem dan dadelijk. Je kunt dat doen. Hij zál je antwoorden. Of ga naar hem toe; bezoek hem met Sarcey b.v. om je weêr met hem in persoonlijke betrekking te stellen. Hij zal doen wat je wilt.