De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr., 1883-1904
(1968)–Lodewijk van Deyssel, Arnold Paul Constant Ising jr.– Auteursrechtelijk beschermd98Amst. 16 Juli 1890.
Waarde A.J. Vergeef mij dat ik U een oogenblik lastig val om U en Kato hartelijk dank te zeggen voor de aangename uren, die ik wel bij Ulieden mocht doorbrengen. Uw gezellige kout, de voedzaamheid der verschillende spijzen, de verscheidenheid der dranken,Ga naar voetnoot229 de keurige zorgen om mij een slaapplaats te bereiden - alles was mij bijzonder aangenaam. Op de terugreis had ik het wat warm - ook door het bijzijn van een drietal lang-uitliggende en snurkende Franschen. Aan het station werd ik ontvangen door mijn levensgezellin en de Heeren Mr. F. Erens, advocaat en G.H. Breitner, Kunstschilder. Laatstgenoemde heeft indertijd Uw dankzeggend briefje voor de fotografie in goeden staat ontvangen. Excuseer dus mijn hallucinaties s.v.p. Gemelde schilder deed mij de eer aan om Maandag bij ons te dineeren en het avondje tot half een te blijven passeeren. Na het middagmaal deden wij beiden een dutje en daarna las ik hem voor uit de gedichten van den Schoolmeester. Daar de ramen open stonden had ik ook op straat een aandachtig gehoor en de gemalin van den schoenmaker meende dat ik op luidruchtige wijze een rol instudeerde. Aanvaard nogmaals mijne erkentelijkheidsbetuigingen voor Uw gastvrij onthaal. | |||||||||
[pagina 129]
| |||||||||
Wil mij eens melden of het U goed bekomen isGa naar voetnoot230 - dan ken ik geen liever wensch dan het nog eens te mogen hervatten. Vele groeten voor Kato en Joopie.
Uw vriend Nolletje Strontdonder. |
|