De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr., 1883-1904
(1968)–Lodewijk van Deyssel, Arnold Paul Constant Ising jr.– Auteursrechtelijk beschermd97Amsterdam 10 Juli 1890
Waardste Alberdingk Thijm, Mijn dank voor Uw gastvrij schrijven van den 3 den dezer maand. Ik zou mij gelukkig rekenen wanneer ik Zaterdag 12 JuliGa naar voetnoot228 des avonds om negen uur in Bergen op Zoom mocht aankomen om U en Mevrouw een bezoek te brengen. Wanneer het niet al te veel van Uw beider geduld gevergd is, zou ik gaarne in Bergen op Zoom willen blijven tot Zondag 13 Juli, des avonds om half acht. Mijn voornemen, waarde Alberdingk Thijm, om dit aangename uitstapje naar Uw Bergen op Zoom te verbinden met een reisje naar Venloo heb ik opgegeven omdat ik voor den donder Maandag morgen vroegtijdig bij den Raad van Beheer moet zitten. Wat het logeeren betreft kan ik U en Mevrouw niet erkentelijk genoeg zijn voor | |
[pagina 128]
| |
Uw aanbod. Van de mij zoo hoffelijk gelaten vrijheid zou ik gebruik kunnen maken door te kiezen: de bedstede in het zolder-vertrek. Dat lijkt mij knusser. Intusschen ben ik ook te vinden voor het idée om te overnachten in een naburig logement - althans wanneer de aannemer zoo beleefd zou willen zijn om b.v. tegen een uur (Vergeef mij dat ik den schijn aanneem van over Uw kostbaren tijd te beschikken) - het deurtje voor mij open te doen. Vergun mij dat ik de beslissing geheel aan U overlaat - ook wijl Gij, mijn vriend uit den aard der zaak beter met de Bergen-op-Zoomsche gebruiken bekend zult zijn dan ik. Volgens mijn bescheiden meening zou het logement vóór kunnen hebben dat ik eventjes wegging met het plezierige gevoel van bij U terug te keeren. In de hoop U en Uwe familie in goede gezondheid te mogen aantreffen, met gevoelens van ware hoogachting en vriendschap,
Geheel de Uwe Arnold Ising Jr. |
|