De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr., 1883-1904

63

Koninklijke Vereeniging:

‘Het Nederlandsch Tooneel’.

Amsterdam

19 Nov. 88

Beste Karel,

Kijk, kijk, Ach zoo! Wel wel! Kom, kom! Is Jodocussie er! Van harte man, van harte! Wij wisten allemaal wel dat het een jongetjen wezen zou.¹⁷¹ 't Zijn nare dingen, die bevallingen, je zit er altijd voor in - maar het doet me toch heel veel plezier dat alles zoo best afgeloopen is. Als wij elkaar hier zagen, vroegen we zoo eens: heb jij nog niets gehoord, 't wordt zoowat tijd, hij dacht: in 't laatst van October en zie-nu is het alweer voorbij en hebben (doorgehaald: wel) we allemaal briefkaarten. Je had ze zeker al klaar liggen guit! met de adressen er op. De kaart aan Neef heb ik netjes op de post gedaan, want wij ‘zien’ mekander niet. Neef heeft Maussie en Sinclair uitgenoodigd op het receptiedagje voor een gezellig avondje in Den Haag en mij niet omdat zij hun best gedaan hadden om zijn meisje te leeren kennen en ik niet! Nu loop ik niet hard om visitetjens bij hem te maken. Alleen heb ik het aardigheidje gehad om hem (doorgehaald: een) per briefkaart een avondje bij mij te vragen, maar toen kon hij het genoegen niet hebben. Hij mag nu met zijn vrouw en zijn schoonvader en oom ‘in één vigelante’ rondtoeren.

Ik ben tegenwoordig veel bij mijn minnares. Die woont ook in de Pijp, dicht bij mijn hotel. 's Morgens ga ik mij op mijn buitenplaats wasschen, (doorgehaald: verder) dan ontbijt en eet ik er en verder zien ze er mij niet, want ik vind het er vervelend. 's Avonds zit ik heel gezellig onder een kopje thee en sigaren en cognacjes bij Mina te vertalen. Zoo heb ik in een maand Tachtig Gulden extra verdiend. Ons souper ga ik in bescheiden winkeltjes zelf halen en ik vind het wel grappig dat alles zoo heel anders met me is dan een jaar geleden. Het gezelligheidsleven in de kroegen is totaal op de flacon. Alleen zit ik me 'smiddags onder

171 Op 15 nov. 1888 werd te Mont-lez-Houffalize Thijm's eerste zoon, Joseph Willem Lambertus Alberdingk Thijm geboren

[p. 87]

een bittertje te verdommen met Maussie in Café Londres, maar dan ben ik meestal griezelig uit mijn humeur.

Nu kom je zeker gauw hier met je vrouw en Jodocus, niet waar?

Ik ben voorgesteld aan je broer, door je vader - (doorgehaald: aan) bij de contrôle van den Stadsschouwburg. Ik zei toen dat ik hem wel kende omdat hij veel op jou leek, hetgeen ik onbeleefd van mijzelf vond.

Dag Karel!

Het beste met je vrouw!

Je vriend

Arnold Ising Jr.