De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr., 1883-1904
(1968)–Lodewijk van Deyssel, Arnold Paul Constant Ising jr.– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 61]
| |
heb om je roman te lezen, maar ik beloof je, ik zal mijn schade wel inhalen. Het is zulk mooi weer van daag en ik wou dat ik bij je was.
20 Dec. 87.
Op denzelfden middag toen ik de eer had om je het boven staande toeterichten en ik dus iets sterker dan anders aan U dacht, kwam de roman binnenlachen. Ik heb het boek heel lang van buiten bekeken, L. van Deyssel en Brinkman, de letters gespeld; op den rug staat de titel ook, de deelen passen op elkaar, het eerste deel had meer pagina's dan het tweede. Over andere dingen heen heb ik er lang aan gedacht en telkens was er iets heel plezierigs. Hoe lief van Karel dat hij het mij zendt. 's Avonds moest ik uit, maar eerst ben ik, omdat ik nog een kwartiertje tijd had naar huis gegaan om het eerste deel in éens open te snijden. Den volgenden ochtend, Donderdag, nà de koffie, ben ik gaan lezen.
23 Dec. 87.
Ik geloof dat het iemand die innig werk heeft gedaan altijd moet tegen vallen wat een ander er van zegt. Het tweede gedeelte van het tweede deel komt mij voor het hoogste te zijn. Er is nog veel (doorgehaald: in) wat ik niet heb doorgevoeld omdat ik te snel heb gelezen en er niet voortdurend in ben gebleven. Maar er is geen einde aan de fantasie. En dat zij dood is van binnen als ze het zegt tegen Jozef, vond ik héel, héel mooi. Het doffe gevoel van: ben ik nu ik? heb ik in (doorgehaald: erge) gespannen oogenblikken dikwijls gehad. En dan dat Mathilde hoort hoe Jozef zijn huilen tracht te laten, als haar vader dood is, en de dikke meneer aan de table d'hôte, die zich verslikt, en Marinus, die als hij zijn (doorgehaald: vers) stuk gehaald heeft, in ééns begint en Felix, die onder het eten kijkt of iemand ook naar hem ziet. Als het niet onbescheiden was, zou ik zoo willen doorgaan. Zoolang ik je ken heb ik je voor een goed artiest gehouden, het boek heeft mij niet verbaasd. Ik heb grooter sympatie voor je kunst, dan voor schilderijen, - omdat je de dingen dóór menschen heen ziet - en daarom dank ik je lang - heel lang - zonder woorden - met mij zelf.
Veel wou ik je vertellen. Maar ik moet zoo naar Den Haag en ik vind het akelig, dat je nòg niets van mij gehoord hebt. Beschouw dit als het begin van een briefjen. Wil je je vrouw van mij groeten.
Je vriend Arnold Ising Jr. |
|