mei 1940 in Rotterdam is verbrand, bevatte een afschrift dat in 1461 was geschreven.
Het tweede in dit handschrift voorkomende werk, waarvan de volledige titel luidt Een ghehinkenisse gods van eenen gheest dat geschiet es inden lande van cleve onder dat crisdom van colen bi eender stat gheheeten duysborch int iaer ons heren M.cccc. ende .38., is een relaas van de verschijningen van de ziel van Hendrik Bosman, tussen november 1437 en Hemelvaartsdag 1438, aan Arent Bosman, een boerenjongen uit Meiderich bij Duisburg. Henrik Bosman kon geen rust vinden, zolang veertig missen niet gelezen, twee bedevaarten naar Aken niet volbracht en een aantal aalmoezen niet uitgedeeld waren, die hij tijdens zijn leven had beloofd. Het relaas van die verschijningen werd in 1444 naar de mededelingen van Arent Bosman, waarschijnlijk door een geestelijke, in het dialekt van de streek te boek gesteld en in hetzelfde jaar nog door Johannes de Essendia uit Wezel in het Latijn vertaald. Behalve in het hier besproken handschrift is de Nederlandse versie nog bewaard in de hss. Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 2224-30 en Greifswald, Universiteitsbibliotheek, nd. Hs. I 4o en in twee wiegedrukken, waarvan de eerste tussen 1483 en 1486 door Jacob Bellaert te Haarlem (Campbell, 357) en de tweede tussen 1487 en 1491 door Jacob Jacobszoon van der Meer of door Christianus Snellaert te Delft (Campbell, 356) is gedrukt. Versies in verschillende Duitse dialekten zijn bewaard gebleven o.a. in de hss. Berlijn, Staatsbibliothek der Stiftung Preussischer Kulturbesitz, Ms. germ. quart. 404 en Ms. germ. oct. 348; Kopenhagen, Koninklijke Bibliotheek, Gl. kgl. Saml. 82, 2o en Trier, Stadtbibliothek, 1186 (488), alsook in Straatsburgse, Lübeckse en Keulse drukken. Dit handschrift heeft toebehoord aan Rooklooster, een priorij van reguliere kanunniken van de H. Augustinus, te Oudergem bij Brussel, waar het tot de opheffing van het klooster in 1784 berustte. Het behoorde tot de handschriften uit Belgische kloosters, die in 1794 door Franse commissarissen werden in beslag genomen en naar Parijs gevoerd. Het berustte tot 1815 in de Bibliothèque Nationale te Parijs (zie stempels). In dat jaar werd het, samen met andere handschriften uit Belgische kloosters, ingevolge het Verdrag van Wenen, door de Fransen teruggegeven.
A. Kaufmann, Holden am Niederrhein, Germania. Vierteljahrsschrift für deutsche Alterthumskunde, 11 (1866), p. 411-415; W. Seelmann, Arnt Buschmans Mirakel, Jahrbuch des Vereins für niederdeutsche Sprachforschung, 6 (1880), p. 32-67; J.