De Noordnederlandse vertaling van de Collationes patrum bestond reeds in 1419, daar het hier besproken handschrift in dat jaar is geschreven. Waarschijnlijk is deze vertaling in het begin van de 15de eeuw tot stand gekomen en behoorde de vertaler tot de kring van de Moderne Devoten, bij wie de Collationes patrum zeer in trek waren. Zoals uit de bewaarde handschriften blijkt, was deze vertaling in de tweede helft van de 15de eeuw, zowel in de Zuidelijke als in de Noordelijke Nederlanden, zeer verspreid. Behalve in het hier besproken handschrift is deze vertaling nog in de volgende handschriften, meestal gedeeltelijk, bewaard gebleven: Amsterdam, Universiteitsbibliotheek, I G 3 (coll. 1-12) en V J 1 (coll. 1-9, 11, 12, 14-16, 18, 21-24); Berlijn, Staatsbibliothek der Stiftung Preussischer Kulturbesitz, Ms. quart. 1109 (coll. 1-12); Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 2844 (coll. 14-24), 4448 (coll. 9-16), II 1278 (coll. 1-24), II 6627 (coll. 18-20) en IV 5 (coll. 14-24); Gent, Minderbroedersklooster, U a 40 (coll. 1-15 en 17; de overige collaties in de eerste vertaling); 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 73 H 4 (coll. 1-12), 75 G 5 (coll. 1-10) en 75 G 6 (coll. 1-12); Haarlem, Bisschoppelijk Museum, S.J. 93 (coll. 1-8); Hamburg, Staats- und Universitätsbibliothek, Theol. 1549 in 4o (nunc Berlijn, Deutsche Staatsbibliothek) (coll. 13-24); Leiden, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, Letterk. 334 (coll. 9-24), Letterk. 335 (coll. 1-5), Letterk. 2064 (coll. 1-24) en B.P.L. 85 B (coll. 1-13); München, Bayerische Staatsbibliothek, God. germ. 167 (coll. 9-16) en 5916 (coll. 18-24); Utrecht, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, 5 F 19 (coll. 1-15) en 5 E 17 (coll. 1-12); Weert, Provinciaal Archief van de Minderbroeders, 11 (coll. 1-12) en 12 (coll. 13-24) en Wittem, Redemptoristenklooster, 5 (coll. 6-16). Deze vertaling werd in 1506 door Michiel Hillen van Hoochstraten te Antwerpen gedrukt (Nijhoff-Kronenberg, 526); een deel van de oplage van deze druk werd in 1520 met een nieuw titelblad door W. Vorsterman te Antwerpen opnieuw in de handel gebracht (Nijhoff-Kronenberg, 527). Ook buiten het Nederlandse taalgebied was deze vertaling verspreid: Ripuarische afschriften zijn in de hss. Darmstadt, Hessische Landes- und Hochschulbibliothek, 466 (coll. 1-24) en 989 (coll. 1-12); Trier, Stadtbibliothek, 807 (1337) (coll. 1-24) en Middelnederduitse afschriften in de hss. Berlijn, Staatsbibliothek der Stiftung Preussischer Kulturbesitz, Ms. germ. quart. 1120 (coll. 1-8); olim Hamburg, Staats- und Universitätsbibliothek, Theol. 1055 (coll. 1-24) en olim Lübeck, Stadtbibliothek,