Noord- en de Zuidnederlandse vertaling bevatten, nl. de hss. Amsterdam, Universiteitsbibliotheek, VI B 14; 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 78 F 1; Kassel, Landesbibliothek, ms. theol. fol. 56 en Leiden, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, Letterk. 278. Vermeldenswaard is dat hs. Utrecht, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, 8 J 33 (Cat. 1690) drie legenden uit de Legenda aurea in een derde vertaling bevat, nl. Die legende van sunte Eustachius (fol. 200voa-207vob), Vanden heiligen bisscop sunte Basilius (fol. 207vob-214roa) en Van sunte iohannes den Almoesennier (fol. 218roa-223vob).
Het hier besproken handschrift bevat, behalve 112 legenden uit de Legenda aurea, een aantal toegevoegde legenden o.a. Vanden x dusent mertelaren (fol. 116vob-117roa), Van sunte Barbera (fol. 143roa-144rob), Van sunte Olaff, coninck in noerwegen ende in deenmercken (fol. 180roa-182rob), Van sunte Ewout, den heiligen bisschop, in gepaard rijmende verzen (fol. 182rob-183voa) en Van sunte vincent de ferrario inder prediker oerden (fol. 183voa-193vob). Op fol. 193vob schreef de zeventiende-eeuwse hand, die de foliëring heeft aangebracht en het register heeft geschreven: ‘in Calker’. Hieruit blijkt dat het handschrift zich in de 17de eeuw in Kalkar bevond. Volgens de taaleigenaardigheden moet het evenwel ook in Kalkar of in de omstreken daarvan tot stand zijn gekomen. Het jaartal 1457 dat op fol. 193vob, op het einde van de legende van de H. Vincentius Ferrerius, voorkomt, werd uit een ouder handschrift overgenomen en kan slechts als een datum post quem worden beschouwd. Blijkens de watermerken en het schrift is het handschrift omstreeks 1480 geschreven. Het heeft deel uitgemaakt van de verzameling handschriften van Augustus de Jongere (1579-1666), hertog van Brunswijk-Wolfenbüttel, de grondlegger van de Herzogliche Bibliothek, later Herzog August Bibliothek, te Wolfenbüttel.
O. von Heinemann, Die Handschriften der Herzoglichen Bibliothek zu Wolfenbuüttel. Zweite Abtheilung. Die Augusteischen Handschriften, IV, Wolfenbüttel, 1900, p. 16, nr. 2789; C. Borchling, Mittelniederdeutsche Handschriften in Wolfenbüttel und einigen benachbarten Bibliotheken, Dritter Reisebericht, Göttingen, 1902, p. 95-96 (Nachrichten von der Königlichen Gesellschaft der Wissenschaften zu Göttingen. Philologisch-historische Klasse, 1902, Beiheft); J. Deschamps, De Middelnederlandse vertalingen van de Legenda aurea, Handelingen van het 22ste Nederlands Philologen-congres, Groningen, 1952, p. 21-22; J. Deschamps, Middelnederlandse vertalingen van Super modo vivendi (7de hoofdstuk) en De libris teutonicalibus van Gerard Zerbolt van Zutphen, II, Handelingen der Koninklijke