Middelnederlandse handschriften uit Europese en Amerikaanse bibliotheken
(1972)–J. Deschamps– Auteursrechtelijk beschermda. Jacob van Maerlant, Philip Utenbroeke en Lodewijk van Velthem, Spiegel Historiael, bewerkt naar Vincentius van Beauvais, Speculum historiale, fragmenten, Holland, ca. 1400.Perkament; 32 bll. of fragmenten van bll. (bij elkaar passende fragmenten van een blad zijn als één fragment beschouwd); blad oorspronkelijk ca. 420 × ca. 315 mm, bladspiegel ca. 350 × ca. 250 mm; 4 kol., 75 of 76 rr. per kol. Oude foliëring met zwarte Romeinse cijfers. Twee handen (littera textualis). Vier opengewerkte blauwgouden initialen met rood penwerk; afwisselend rode en blauwe lombarden; beginletters van de verzen in een aparte kolom en doorlopend rood doorstreept. In de marges of in de ruimte tussen de kolommen van 28 fragmenten hebben landmeters in de 17de en de 18de eeuw titels van grondboeken van waterschappen, polders, heerlijkheden en parochies uit het Brugse Vrije gecshreven.
Brugge, Rijksarchief, Découvertes 351a, 351b en 356 en Verzameling Brugse Vrije, Charters, 255, bijlage (3 bll. en een fragment van een blad); Brugge, Stadsarchief, zonder signatuur (9 bll. en een | |
[pagina 101]
| |
fragmentje van een blad); Brussel, Koninklijke Bibliotheek, IV 543 (1 blad); Gent, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, 2541 (11 bll. en 5 fragmenten van bll.); olim Sint-Anna ter Muiden, Gemeentearchief (1 bl.).
| |
b. Philip Utenbroeke, Spiegel Historiael, Tweede Partie, bewerkt naar Vincentius van Beauvais, Speculum historiale, fragment, Brabant, ca. 1400.Perkament; 1 blad; blad en bladspiegel resp. 480 × 340 mm en 397 × 270 mm; 4 kol., 82 rr. per kol. Foliëring met rode inkt op de recto- en de versozijde. Eén hand (littera textualis). Afwisselend rode lombarden met blauw en blauwe lombarden met rood penwerk; rode titels; beginletters van de verzen in een aparte kolom, maar niet doorstreept. De rectozijde is gedeeltelijk met een reagens bewerkt.
Leiden, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, Letterk. 177.
Voor zover we weten, hebben er twee handschriften van de Spiegel Historiael in vier kolommen bestaan. Van het eerste handschrift zijn er 32 fragmenten, van het tweede is er slechts één fragment bewaard gebleven. Het eerste handschrift bevatte de vijf partieën van de Spiegel Historiael en bestond uit vier delen. Blijkens de foliëring bevatte het eerste deel de Eerste en de Tweede Partie, het tweede deel de Derde Partie, het derde deel de Vierde Partie en het vierde deel de Vijfde Partie. De vier delen telden resp. ca. 120, ca. 70, ca. 71 en ca. 50, dus samen ca. 311 bladen. Van het eerste deel zijn er 22 fragmenten teruggevonden, waarvan er 15 tot de Eerste Partie (samen 8851 verzen) en 7 tot de Tweede Partie (samen 2942 verzen) hebben behoord; van het derde deel (met de Vierde Partie) zijn er 5 fragmenten (samen 2748 verzen) en van het vierde deel (met de Vijfde Partie) zijn er eveneens 5 fragmenten (samen 1996 verzen) bewaard gebleven; fragmenten van het tweede deel (met de Derde Partie) zijn tot dusver nog niet aan het licht gekomen. Elk van de vier delen was afzonderlijk gefolieerd. Al blijkt hieruit dat elk deel op zichzelf bestond, toch kunnen de delen later samen zijn gebonden. Van een latere foliëring, die gewoonlijk na het samenbinden van verschillende handschriften werd aangebracht, is echter geen spoor te vinden. Omstreeks 1650 werd het handschrift versneden. Bladen ervan werden door een landmeter of door landmeters uit het Brugse Vrije als kaften van grondboeken gebruikt. De 32 bewaarde fragmenten werden tussen 1845 en 1969 in Brugge of omstreken ontdekt. In 1845 publiceerde J.F. Willems twee fragmenten van | |
[pagina 102]
| |
een blad, toebehorend aan de historicus A. Pinchart (1823-1884), die hem door bemiddeling van baron Jules de Saint-Genois ter uitgave in bruikleen waren gegeven (Gent 2541, fragment 7). In 1850 publiceerde de Zeeuwse predikant H.Q. Janssen (1812-1881) een fragment dat hij in het gemeentearchief van Sint-Anna ter Muiden, zijn geboorteplaats, had gevonden (olim Sint-Anna ter Muiden, Gemeentearchief). In 1862 ontdekte F. vander Haeghen (1830-1913), de latere bibliothecaris van de Gentse universiteitsbibliotheek, te Brugge 13 fragmenten (Gent 2541, fragment 1-5, 9-16). In 1867 vermeldde A.C. Serrure (1835-1898), zoon van C.P. Serrure, voor de eerste maal een fragment dat hem door de ontdekker Ch. Gilliodts (1808-1878), advokaat te Brugge, werd afgestaan (Gent 2541, fragment 8). L. Gilliodts-van Severen (1827-1915), stadsarchivaris van Brugge, ontdekte op verschillende tijdstippen 8 fragmenten: een fragment kort vóór 1867 (Brugge, Stadsarchief, fragment 6), een ander fragment in 1880 of kort voordien (id., fragment 7), nog een fragment kort vóór 1881 (id., fragment 2), weer een fragment in 1885 of kort voordien (id., fragment 8) en ten slotte nog vier fragmenten in 1888 (id., fragment 1, 3, 4 en 9). In 1881 maakte E. Vanden Bussche (1840-1909), conservator van het Rijksarchief te Brugge, het bestaan van drie bij elkaar passende strookjes bekend, die hij in het Rijksarchief te Brugge had ontdekt (Brugge, Rijksarchief, Verzameling Brugse Vrije, Charters, 255, bijlage). In 1888 ontdekte F. vander Haeghen nog een fragment (Gent 2541, fragment 6) en in hetzelfde jaar vond K. de Flou (1853-1931), ambtenaar bij het Provinciaal Bestuur te Brugge, een fragment dat aan A. Dhaese (1822-1896), een Brugse koopman en verzamelaar, toebehoorde (Brugge, Stadsarchief, fragment 5). In 1902 ontdekte J. Colens (1840-1918), conservator van het Rijksarchief te Brugge, twee bladen in een verzameling archiefstukken, die M. Peper (1874-1956), gezworen landmeter te Brugge, kort vóór zijn vertrek naar New York op 11 oktober 1901, aan het Rijksarchief te Brugge had afgestaan (Brugge, Rijksarchief, Découvertes 351a en 351b); in 1905 of kort voordien kwam J. Colens nog een fragment op het spoor (id., Découvertes, 356). Ten slotte verwierf de Koninklijke Bibliotheek te Brussel op 14 januari 1969 van D. Crul, restaurateur van schilderijen en heraldicus te Sint-Michiels bij Brugge, een fragment, waarvan de Bruggeling O. Dumon (1878-1945), ingenieur- | |
[pagina 103]
| |
architekt, bloemkweker en verzamelaar, de eerste bekende bezitter is geweest (Brussel, Koninklijke Bibliotheek, IV 543). Het tweede handschrift van de Spiegel Historiael in vier kolommen heeft blijkens de foliëring slechts de Tweede Partie bevat. Het was groter van formaat dan het eerste en telde 82 regels per kolom. Het enige fragment dat ervan bewaard is (647 verzen) heeft aan C.P. Serrure (1805-1872), professor aan de universiteit te Gent, toebehoord. In 1873 werd het in opdracht van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden door M. Nijhoff op de tweede veiling-C.P. Serrure gekocht. Of dit manuscript tot een vijfdelig handschrift heeft behoord dat geheel de Spiegel Historiael bevatte, is met de beschikbare gegevens niet uit te maken.
J.F. Willems, Fragment uit een oud berymd Passionael, Belgisch Museum, 9 (1845), p. 418-434; H.Q. Janssen, Beschrijving en mededeeling van een fragment van den Spiegel Historiael van Jacob van Maerlant, in het plaatselijk Archief te St. Anna ter Muiden, Nieuwe Reeks van Werken van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, 6 (1850), p. 115-157; Handelingen van het Zevende Nederlandsch Taal- en Letterkundig Kongres, gehouden te Brugge, den 8, 9 en 10 september 1862, p. 75; Jacob van Maerlant's Spiegel Historiael, met de fragmenten der later toegevoegde gedeelten, bewerkt door Philip Utenbroeke en Lodewijc van Velthem, uitgegeven door M. de Vries en E. Verwijs, Leiden, 1863, 3 dln.; C.A. Serrure, Jacob van Maerlant en zijne werken, Gent, 1867, p. 99, voetnoot; C.A. Serrure, Letterkundige geschiedenis van Vlaanderen, I, Gent, 1872, p. 304, voetnoot; Catalogue de la Bibliothèque de M.C.P. Serrure, II, Brussel, 1873, p. 95, nr. 2561; J. Verdam, Aankoopen voor de bibliotheek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, Handelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, 1874, p. 62; Jacob van Maerlant's Spiegel Historiael. Tweede Partie, bewerkt door Philip Utenbroeke, uitgegeven door F. von Hellwald, M. de Vries en E. Verwijs, Leiden, 1879; A. Nelis, Fragment inédit du Spiegel Historiael, Annales de la Société d'émulation pour l'étude de l'histoire et les antiquités de la Flandre, 4e Série, 4 (1880), p. 170-205; M. de Vries, Een nieuw hoofdstuk der Tweede Partie van den Spiegel Historiael, Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde, 1 (1881), p. 115-124; E. Vanden Bussche, Inventaire des Archives de l'Etat à Bruges, Section première, Franc de Bruges, Chartres, Brugge, 1881, p. 99, nr. 255, voetnoot; L. Gilliodts-van Severen, Un fragment du Spiegel Historiael, Compte-rendu des séances de la Commission royale d'histoire, 4e Série, 12 (1885), p. 245-310; Catalogus der bibliotheek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, I, Leiden, 1887, p. 8; N. de Pauw, De vijf nieuwe handschriften van Maerlant's Spieghel Historiael, III. Het Brugsch handschrift, Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, 1888, p. 379-380; J. Verdam, Nieuwe aanwinsten voor de kennis van onze Middelnederlandsche taal en in het bijzonder voor de critiek van Maerlant, Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, Afdeling Letter- | |
[pagina 104]
| |
kunde, Derde reeks, 6 (1889), p. 97-98; K. de Flou, Een fragment van Jacob van Maerlants Spiegel Historiael (1e partie, VIIIe boec, cap. 34-42), Nederlandsche Kunst- en Dichthalle, 13 (1890), p. 489-507, 534-545; J. Verdam, Nieuwe aanwinsten voor de kennis van het Middelnederlandsch, Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, Afdeeling Letterkunde, Derde Reeks, 8 (1892), p. 15; K. de Flou, Twee nieuwe fragmenten van den Spiegel Historiael, Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Leterkunde, 1902, p. 399-467; N. de Pauw, Middelnederlandsche gedichten en fragmenten, II, Gent, 1903, p. 153-171; K. de Flou, Nieuw fragment van Maerlant's Spieghel Historiael, Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, 1905, p. 41-80; Lodewijk van Velthem's voortzetting van den Spiegel Historiael (Derde deel), uitgegeven door H. Vander Linden, P. de Keyser en A. van Loey, Brussel, 1938, p. 66-197; G.I. Lieftinck, Codices 168-360 societatis cui nomen Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, Leiden, 1948, p. 6-7 (Bibliotheca universitatis Leidensis. Codices manuscripti, V. Codicum in finibus Belgarum ante annum 1550 conscriptorum qui in bibliotheca universitatis asservantur pars I); J. Deschamps, De fragmenten van twee handschriften van de ‘Spiegel Historiael’ in vier kolommen, Hulde-album Prof. Dr. J.F. Vanderheyden, Leuven, 1970, p. 51-79. |
|