Agter-hofje, in zich bevattende uytgesogte Stigtelyke en Zielroerende Gesangen
(1732)–Alle Dercks– AuteursrechtvrijOp de Wijse: Psalm 105.
WEldadig God wilt de lof-zangen,
| |
[pagina 133]
| |
Voor uwe goetheid nu ontfangen,
Onz' herte rijst, en is verheugt;
De mond verklaard der zielen vreugd,
Wy roemen de weldadigheid
In uwen Zoon ons toegeleid.
2. Gy maakt ook vast de liefde banden
Aan ons: en geeft de heyl'ge panden,
Van uw genaa en saligheyt,
Door Iesus kruis voor ons bereidt.
Gy voed ons Heer aan uwen dis
Daar volheid aller zegen is.
3. Doe d' arme ziele zoo beladen,
Door veele zware missedaden,
Lag ik in onmacht ter dood g'wond,
Vervloekt veroordeeld om de zond,
Was onse kracht en hoop ten end,
Tot gy u liefde tot ons wend.
| |
[pagina 134]
| |
4. Maar gy, o Godt! woudt niet verderven
De zondaars, noch ons laten sterven:
Gy zondt veel liever uwen Zoon!
Op Aerden neer van uwen Throon
in 't vleesch, en hy wordt ons gelijk,
Hy arm, wy door zijn armoe rijk.
Pause.
5. O Iesus! wat hebt gy geleden?
Om ons te lossen zoo gestreden!
Uw' ziel was droevig tot de doodt,
De smerten waren wonder groot,
Uw Hellen-angst en zielen strijdt
Heeft ons van doodt, en hel bevrijdt.
6. Wat heb gy al om ons verdragen?
Door banden, geessels, wreede slagen,
Door nagels, spies, en doorne-kroon;
Wat lastering, smaat, spot, en hoon?
| |
[pagina 135]
| |
Aen 't kruis droeg gy de vloek en straf,
En legt voor ons u leven af.
7. Wat zullen wy dan wedergeven;
't Is recht dat ons geheele leven
In uwen dienst, zy toegebracht.
Want al wat gy van ons verwacht,
Voor al uw goed is dankbaarheid
Maakt ons, o Heer! daar toe bereydt.
|
|