Agter-hofje, in zich bevattende uytgesogte Stigtelyke en Zielroerende Gesangen
(1732)–Alle Dercks– AuteursrechtvrijOp de wijse: Psalm 5.
VErhoor, o God, mijn' woorden klagtig!
Ei merk doch wel mijn zuchten aan!
Wil mijn begeeren doch verstaan
Mijn zuchten tot u wees gedachtig,
O Heer almachtig!
2. Wil doch, o Heer! met ons niet treden
In 't recht, naar uw' gerechtigheid:
Maar toon ons uw' barmhertigheid
| |
[pagina 127]
| |
Door uwen Zoon, die heeft geleeden
Voor ons, beneden.
3. Verlos ons, Heere, van den kwaade;
Leer' ons de zonde tegenstaan,
Op dat wy hier, naar uw vermaan,
Gaan mogen op de smalle paden,
Door uw genade.
4. Wil ons in zwakheyd doch aanschouwen
Het vlees drukt staag den geest ter ne'er,
Kom ons te hulp, genadig' Heer!
Op dat wy in de deugd aanhouwen,
Zonder verflouwen.
Pause.
5. De vyanden zijn veel en machtig,
Die ons beletten in het goed,
Daarom, o Heer! ons bystand doet
Door uw hand, zo goed als krachtig,
| |
[pagina 128]
| |
Ia 't alles machtig.
6 Gy wilt 't gekrookte riet niet breeken,
Noch 't rokend vlas niet blussen uit:
Zo gy ons in uw woord beduidt,
Maar tot onz' hulp uw' hand uitsteeken,
Verhoor ons smeeken.
7. Blijft gy by ons, niet mag ons deeren,
Ook niet de poorten van de hel,
Al komen de vyanden fel,
Gy kuntse haastig van ons weeren;
En doen verne'eren.
8. Mijn' ziel wil u met vlijt begeeven
Tot den Almachtigen altijd,
Hy wil u helpen in den strijd,
Wil hem door liefde vast aankleeven;
En uw hert geeven.
9. Laat ons door liefde-daaden toonen,
| |
[pagina 129]
| |
Hoe zeer wy u beminnen, Heer!
Met woorden, werken, tot uw' eer,
En laat ons namaals by u woonen,
Door uwen Zoone.
|
|