Agter-hofje, in zich bevattende uytgesogte Stigtelyke en Zielroerende Gesangen
(1732)–Alle Dercks– AuteursrechtvrijOp de wijse: Psalm 36.
O Aardeworm! verhef uw oog
Van 't nietig stof, en zie om hoog,
Den Hemel kom beschouwen.
Sie na uw huis en vaderland,
't Welk God door zijn sterke hand
Dus cierelijk ging bouwen;
Daar boven in Gods heerlijkheid,
Daar is de rust en vreugd bereid,
Daar is een zalig leeven,
Een leeven zonder nood of dood.
Waar is een goed of zoet zo groot,
Dat God daar niet zal geeven?
2. Daar is de stad so schoon geboud,
| |
[pagina 71]
| |
Wiens straaten sijn van suiver goud,
De poorten en haar muuren
Van paar'l en eed'le steenen sijn;
Daar hoeft geen zon of maane-schijn,
Haar licht sal eeuwig duuren.
Daar is geen sond noch ellend meer.
Alles in allen is de Heer
Voor sijne Hemelingen;
Die eeuw'lijk sijn voor sijnen throon,
Met een volmaakt Hemel-toon
Halleluja staan singen.
3. Waarom, o Mensch! dan dus gewroet?
Waarom so laage van gemoed?
Is uwen schat op aarden?
O neen! het alderhoogste goed,
Daar eens uw ziel op rusten moet,
Oneindig groot van waarden,
| |
[pagina 72]
| |
Is in den Hemel weggeleid
Door Iesus zelfs voor ons bereid.
Wel aan de ziel om hooge!
Vergeet dat hier beneden is,
Daar boven is uw erffenis,
Heer daar uw hert en ooge.
|
|