Agter-hofje, in zich bevattende uytgesogte Stigtelyke en Zielroerende Gesangen
(1732)–Alle Dercks– AuteursrechtvrijOp de wijse: Psalm 99.
JEsus Godes Zoon // Wiens verheven Throon,
Aan Gods rechterhand // Eeuwig is geplant.
Na gy hemel, aard // Krachtig hebt herbaard,
Daar u alle' die leven // D' eer' af moeten geven.
2. Want gy sterke Held // Heb door uw geweld
Duivel, zond, en dood // Gants van kragt ontbloot
Als u 't boos gespuis // Heeft gedood aan 't kruis,
Daar gy hingt te bloeden // 't Menschdom all' ten goeden.
3. Dies nu d' Eng'len schaar // Al te zamen haar,
Voor u, haren Heer // Willig buigen neer,
Ia op uw gebod // Als haar Hooft en God,
| |
[pagina 36]
| |
Willig met verblyen // Alle dienst toewyen.
4. 't Gansche menschendom // Valle des alom
Neer op uw bevel // Voor uw voet-schabell',
Om dat gy uw' bloed, Achte niet te goed,
Voor haar weg te plassen // Tot het zielen-wassen.
5. O! gekruisten Heer // Liefdens zucht loopt veer,
Dat gy met uw' bloed // 's Menschen ziele voed,
En als offer-lam // Haar zond' op u nam:
Door uw dood is 't leeven // Onse ziel gegeeven.
6. Geef nu, Iesus, Vorst // Dat elks ziele dorst,
Met een liefde-kracht // Die de dood veracht,
Dat elk met u ly, En ter dood toe stry,
Op dat sy ons 't leven // Mocht voor eeuwig geven.
|
|