Agter-hofje, in zich bevattende uytgesogte Stigtelyke en Zielroerende Gesangen
(1732)–Alle Dercks– AuteursrechtvrijOp de wijse: Psalm 42.
JEsus, bron van alle goedheid,
Lust en leven van mijn ziel,
| |
[pagina 33]
| |
Iesus, zoet van alle zoetheid,
Die noot minnaar troost onthiel,
O hoe heerlijk is het goed,
Dat gy voor my open doet.
O hoe is mijn geest aan 't blaaken,
Om uw zaal'ge liefd' te smaaken.
2. 'k Ben van u versocht te naad'ren
Tot uw heilig liefde-maal,
Daar zig oop'nen al uw aad'ren,
Tot een Goddelijk onthaal,
Vreugde die het herte raakt,
Vreugde die men eeuwig smaakt,
En veel meer ik kan bedenken,
Wilt gy goedste Heer my schenken.
3. Iesus Heer, mijn lust, mijn leeven,
Borge, Heiland eeuw'ge rom,
Die uw zelve hebt gegeven
| |
[pagina 34]
| |
Aan my, tot een eygendom.
O mijn eeuwig welgevall'!
O mijn alvernoegend' Al!
Gy, gy zijt al mijn vermaaken,
Mocht ik u maar eeuwig smaken.
4. Och ik zugt, ik hijg, ik kerme
Al den dag tot U o Heer!
Wilt u mijner eens ontfermen,
Daal Heer, daal doch tot my neer.
O wat voel ik herten-prang!
O waar blijft de uur zo lang,
Dat mijn ziel zich zal versaden
In uw volheid van genaden.
5. Wellust, schat en staat, en alle
Schepsels zijn van geen waardy.
Iesus 't eenigst welgevalle,
Is alleen het al van my.
| |
[pagina 35]
| |
Was 'er vreugde buiten u,
'k Was om U die vreugde schuw,
Liever duisend dooden sterven,
Als u zoetste Iesus derven.
|
|