Agter-hofje, in zich bevattende uytgesogte Stigtelyke en Zielroerende Gesangen
(1732)–Alle Dercks– AuteursrechtvrijOp de wijse: Psalm 38.
IK, door liefde gants ontsteken,
Kom u smeken
| |
[pagina 37]
| |
Hem die mijne ziel bemind:
't Is mijn vriend zo overschone,
't Is Gods Zone,
Daar in zy genoegen vind.
2. By, door kracht uws Geestes woorde,
My bekoorde,
Dat ik my U overgaf.
Och ik was ter dood verweesen,
'k Ben verresen
Door u uit des zondes graf.
3. Toen Gy my van nieuws woud geven
Kracht ten leven,
Dwong tot U mijn hert en zin:
Toen wierd ik ontlast van schromen,
Want volkomen
Zwoerd Gy my uw trouwe min.
4. Want in U ik, mijn beminde!
| |
[pagina 38]
| |
Alles vinde
't Geen tot rust en vrede diend.
'k Weet, ik ben uw liefd niet waardig;
Gy goedaardig
Hebt gy uwe gunst verliend.
5. Och hoe lang zal ik hier zwerven,
En u derven,
Zonder u mijn God te zien!
Mijne ziel, zo vaak verschooven,
Wil na boven,
Zo zy konde, by u vli'en.
6. Gy zijt altijd in mijn herte
Tot mijn smerte
Zie ik stadig na u om.
Och mocht ik tot mijn vermaaken
By u raaken,
Iesus Heer mijn Bruidegom!
|
|