Agter-hofje, in zich bevattende uytgesogte Stigtelyke en Zielroerende Gesangen
(1732)–Alle Dercks– AuteursrechtvrijOp de Wijse: Psalm iv.
GOe vrienden! die met liefde treden,
Met uw geselschap zijt genaakt;
Met ziel-verquikkelijke reden,
| |
[pagina 16]
| |
Met ernst en vuurige gebeden
Ons hart zo sticht'lijk hebt vermaakt:
En nu met onderlinge smarten,
Na d' aardse wooning we'er zult gaan:
Laat hier u welgenegen harten,
So willen wy uw liefde tarten,
En in de liefd niet laager staan.
2. Hebt gy iets zoets by ons bevonden,
Aan uw gemoeden opgedist;
Om die met yver te doorwonden,
Om God te dienen t' aller stonden:
't Had zonder uwe komst gemist.
Dus hebt gy 't zelfs ons komen b'rechten,
Wy weten 't dank aan uw bezoek.
Maar breng hier na wat meer gerechten.
Laat ons om d' overwinning vechten,
Wie tot meer stichting zich bekloek.
| |
[pagina 17]
| |
3. Den tijd is lieffelijk versleeten,
Met ernst en stichting doorgebragt.
Laat ons malkander nooit vergeeten.
En 't Geest'lijk voedzel altijd eeten,
Met ongescheiden zielen kracht
Laat ons , als 't lichaam is gescheiden,
En elk we'er in zijn huys gekeerd,
d' Opwekking trachten mee te leiden,
Om nimmer met het hart te scheiden,
Gelijk ons' Heer ons heeft geleerd.
4. Laat dit toch al onz' poogen weezen:
Want als 't al we'er het oude wierd,
Hou zou men niet met reden vreezen,
Dat ons de Wereld zal beleezen,
Dat haar de toom weer werd gevierd
Laat ons dan altijd zaamen reizen,
Langs 't smalle pad, door d' enge poort,
| |
[pagina 18]
| |
Naar 's Hemels vrolijke paleizen,
Daar d' afscheids wensch, zo meenig reizen,
Als hier, nooit werden zal gehoord.
|
|