| |
| |
| |
XV
Het was Raas Evenepoel, die Mathias op de hoogte stelde, dat Lagrange nieuwe verbeteringen aan de armuurs aanbracht, verbeteringen, die hem in staat zouden stellen artikels te vervaardigen, zooals men er tot nog toe geen gezien had.
Raas vertelde:
‘Een wever van Lagrange, een van onze gesyndikeerden, sprak er mij over. Een paar getouwen werden reeds volgens het nieuwe systeem uitgerust en daarop worden nu de stalen vervaardigd. Maar heel in 't kort komen de stukken om al de armuurs te verbouwen. De oude Vanderschelde is verschillende weken in Frankrijk geweest en hij heeft natuurlijk de leiding van die veranderingen...’
‘De stukken komen uit Frankrijk?’ vroeg Mathias.
‘Ja... Er wordt beweerd, dat Lagrange een overeenkomst gesloten heeft met den construc- | |
| |
teur, die alleen aan hem het nieuwe systeem levert.’
‘Kent ge bijzonderheden, Raas? Weet ge wat er mee kan bereikt worden?’
‘Ik begreep niet veel van wat de wever mij vertelde,’ bekende Raas. ‘Het blijkt, dat er in plaats van één, twee cylinders in het armuur zijn en men spreekt van repetitiecylinder en repetitiearmuur.’
Mathias zweeg.
Maar Raas kende te goed zijn patroon om te weten, dat hij nu heelemaal vervuld was van dit nieuws en dat hij rust noch duur zou kennen vooraleer hij weten zou wat dat systeem was en hoe het werkte.
‘Ge weet niet wat er kan mee bereikt worden, Raas?’ herhaalde Mathias in gedachten. ‘Wat er méér kan mee bereikt worden dan met een gewoon armuur?’
‘Ik tracht meer inlichtingen te verkrijgen, patron,’ beloofde Raas. ‘En zoo gauw ik iets te weten kom, zal ik u verwittigen...’
En twee dagen later wist Raas inderdaad reeds meer over het nieuwe stelsel mede te deelen, al kon hij nog altijd niet uitleggen hoe het werkte.
‘Gansch het systeem berust op een wisselwerking van twee cylinders voor het karton,’ zegde hij. ‘Hoe het in elkaar zit en hoe het
| |
| |
werkt, kon de wever nog niet zeggen, want zelf weefde hij er nog niet mee. Het staat in ieder geval vast, dat het een groote vooruitgang is. Voor groote dessins, die veel schachten vergen, kan men het aantal van de schachten soms met de helft verminderen, wat meebrengt, dat dessins worden samengesteld met dubbel zooveel schachten als normaal in een getouw kunnen opgehangen worden. Maar er is meer. Met dit stelsel wordt, zonder meer schachten te gebruiken, afwisselend en willekeurig effect ketting en effect inslag verkregen, en ge kunt u voorstellen, patron, wat daarmee te bereiken is... Lagrange heeft een staalketting damast opgelegd en de wevers, die het artikel zagen, noemen het een wonder...’
‘En toch, zooals de wever beweert, toch moet er niet zooveel aan het armuur gewijzigd worden,’ vervolgde Raas even later, want Mathias sprak niet. ‘Het stelsel moet zelfs zeer eenvoudig zijn...’
Een paar weken later - weken, die voor Mathias zeer lang waren geweest, want hij wilde en moest meer weten over die wijzigingen - bracht Leonard Bruneel hem een staal van een geweefsel, dat volgens de nieuwe methode was geweven.
Een damastgeweefsel. En zooals Mathias eens verbaasd en onbegrijpend de stalen van de
| |
| |
eerste armuurgeweefsels had aanschouwd, zoo bekeek hij nu dit artikel. De wevers van Lagrange overdreven niet: het was werkelijk een mooie,een wonderlijke stof. En hij begreep niet hoe ze vervaardigd werd.
Leonard Bruneel was weer eens het hart in. De reizigers van Lagrange mochten enorme bestellingen noteeren, jammerde hij, en de koopers hadden nog maar voor een ding interesse: voor de nieuwe artikels. En was het niet te voorzien, was het niet te vreezen, dat Lagrange voortaan al zijn fantasieartikels volgens deze methode vervaardigen zou, en hoe zouden zij dan nog concurrentie kunnen voeren?
‘Zult ge... zult ge weldra óók die dessins kunnen weven?’ vroeg Bruneel, hijgend van opwinding. ‘Zal ik weldra...’
‘Wij zullen het onderzoeken,’ onderbrak Mathias ongeduldig, want hij hield er niet van dat geklaag van Bruneel aan te hooren.
Maar voor hij vertrok, zegde Bruneel nog iets. Iets, waaraan Mathias geen bijzonder belang hechtte, maar dat nochtans, naar later blijken zou, wel groot belang had:
‘Wat ik niet begrijp is Lagrange's onvoorzichtigheid. Want hij is onvoorzichtig, hij is onvoorzichtig! Nooit is hij zoo vrijgevig geweest met stalen als hij het nu is en elke ietwat belangrijke kooper heeft de collectie gekregen. Hij zou
| |
| |
toch moeten vreezen, dat gij en de andere fabrikanten de stalen krijgen... Of is hij zoo zeker, is hij zoo zeker, dat niemand ze namaken kan?’
‘Breng mij zooveel mogelijk van die stalen,’ onderbrak Mathias Bruneel's woordenvloed.
Wat Bruneel ook deed en de volgende dagen bezorgde hij Mathias nog veel monsters van de nieuwe artikels. En hoe meer dessins Mathias onder oogen kreeg, des te ongeduldiger hij werd.
Hoe dan ook, maar hij moest er zeer gauw toe komen om ook die artikels te vervaardigen, zooniet zou Lagrange een té grooten voorsprong nemen.
En Mathias liet andermaal Raas Evenepoel bij zich komen.
‘Onbegrijpelijk,’ zegde Raas toen hij de stalen had onderzocht. ‘Hoe komt men er toe om zooiets samen te stellen... En het is wel zooals het mij is gezegd geweest, nietwaar, patron? Afwisselend wordt effect ketting en effect inslag bekomen en kijk eens welk een reusachtig dessin! Hoeveel schachten zouden wij wel noodig hebben om zooiets te weven? Dertig? Vijf en dertig? In elk geval zooveel, dat wij ze in geen enkel getouw zouden kunnen ophangen... Welnu, ge kunt er zeker van zijn, dat bij Lagrange dit dessin vervaardigd wordt met ten
| |
| |
hoogste vijftien schachten. Hoe komt men er toe?’
Een tijdlang was het stil. Beide mannen keken op het dessin, doch zij kenden van elkander zoo goed de gedachten...
En plots keek Evenepoel op, keek Evenepoel Wieringer aan. Zijn oogen hadden opnieuw den fanatieken gloed van vroeger.
‘Het is een man, dien wij kunnen vertrouwen,’ sprak hij stil en vlug. ‘Een van Lagrange's beste wevers en hij weet van de mechaniek voldoende af om het systeem te begrijpen en te verklaren. Moet ik er hem over spreken, patron?’
Mathias aarzelde even. Hij deed het niet graag, neen, hij deed het niet graag. Zooveel liever had hij op een andere manier zijn doel bereikt. Maar had ook Lagrange hem niet op alle mogelijke manieren bevochten? En had Lagrange zich ooit afgevraagd of zijn middelen eerlijk waren of niet?
‘Wij doen het, patron?’ drong Raas aan.
‘Ja,’ zegde Mathias.
En enkele dagen later, op een avond, dat zij reeds te bed waren en het licht uit was, zegde Mathias tot zijn vrouw:
‘Weet ge nog, Maria, dat gij de teekeningen hebt gemaakt toen ik het eerste armuur wilde bouwen? Weet ge nog?’
| |
| |
‘Zeker,’ zegde zij en ze was verwonderd, dat hij daarover sprak.
‘Ge zult het weer moeten doen,’ zegde hij na een poos. ‘Ge zult weer plans moeten teekenen, Maria...’
‘Welke plans?’
‘Ik sprak u reeds over die repetitiecylinders, die Lagrange aan zijn armuurs heeft toegevoegd en die hem toelaten zulke mooie dessins samen te stellen. Het heeft een heelen tijd geduurd vooraleer ik...’
‘Weet ge hoe het systeem werkt?’ vroeg ze.
‘Jawel. En het is zoo eenvoudig, dat ik mij afvraag hoe ik dit zelf niet gevonden heb.’
‘Hoé zijt ge er dan toe gekomen om de werking ervan te kennen?’
Maar het duurde een heele poos voor hij op deze vraag antwoordde:
‘Een wever van Lagrange sprak er Evenepoel over en Evenepoel heeft mij met den man in verbinding gebracht. Hij toonde mij enkele schetsen van de repetitiecylinders en hij verklaarde mij de werking. Het is eenvoudig, zeer eenvoudig... Ik moet nu die repetitiecylinders laten vervaardigen en nog een paar andere stukken. En de schetsen zouden in het net en op schaal moeten overgeteekend worden. Zult ge dat doen, Maria?’
‘Maar natuurlijk,’ aanvaardde zij dadelijk.
| |
| |
‘Ik had het liever anders gewild,’ zegde hij onbeholpen. ‘Het is misschien... niet zeer eerlijk op die manier...’
Zij onderbrak hem echter:
‘Als het met een anderen fabrikant moest zijn, dan zoudt ge daaraan kunnen denken, maar het betreft Lagrange, Lagrange, Mathias!’
‘En hij is zeker nooit eerlijk en kieskeurig geweest in zijn middelen om mij te bekampen,’ zegde Mathias.
‘Dat is het juist,’ besloot Maria.
Anderhalve maand later reeds mocht Leonard Bruneel artikels aanbieden, die vervaardigd werden met het procédé van de repetitiecylinders en ook nu overtroffen de dessins van Wieringer die van Lagrange.
En Leonard Bruneel deed veel zaken, Leonard Bruneel mocht groote bestellingen noteeren en meestal haalde hij het wanneer hij in concurrentie was met een vertegenwoordiger van Lagrange. Hij haalde het zelfs gemakkelijk, zoo gemakkelijk, dat hij er zich over verwonderde. Had Lagrange dan zijn strijdlust verloren?
En Wieringer werkte op volle kracht. Al de getouwen van de oude fabriek waren toegerust met repetitiecylinders en weldra kon Mathias in groote hoeveelheden de nieuwe geweefsels leveren...
| |
| |
Op een morgen kwam Simon Mathias op zijn bureau opzoeken. Hij zegde:
‘Ik geloof, dat Lagrange iets kwaads tegen u in het schild voert, Mathias.’
‘Zoo? Wat nu weer?’
‘Is het stelsel van de repetitiecylinders, dat gij gebouwd hebt, werkelijk hetzelfde als dat wat Lagrange gebruikt?’ vroeg Simon.
‘Ongeveer... Er zijn slechts enkele lichte wijzigingen aangebracht.’
‘Niemand hoeft te weten hoe gij er toe gekomen zijt het stelsel na te maken,’ zegde Simon. ‘Het is immers onloochenbaar, dat het naar het stelsel van Lagrange gebouwd is?’
‘Dat is natuurlijk niet te loochenen, en ik ben ook niet van plan het te loochenen,’ antwoordde Mathias ongeduldig. ‘Het IS dat stelsel.’
‘Dan hoop ik, dat De Cannières verkeerd werd ingelicht, zooniet...’
‘Wàt zegde De Cannières?’ vroeg Mathias.
‘Dat Lagrange van den Franschen uitvinder de exclusiviteit verworven heeft om het brevet van de repetitiecylinders toe te passen en productief te maken. En als dat inderdaad zoo is, Mathias, dan krijgt ge met Lagrange te doen. Wie weet heeft hij niet op deze gelegenheid gewacht om...’
‘Om?’
‘Ik vrees, dat hij u ditmaal in een benarde positie zal brengen,’ zegde Simon.
|
|