Het nieuw Maas Sluysche hoekertje
(1755)–C.L. Denik– AuteursrechtvrijStemme: Edel Artisten koen.In uwen Name goed,
O Heer! gaan wy hier schieten
Geeft dat wy in overvloed,
Een rijken Vangst genieten:
Op u Woord Heer der Heeren,
Zo schieten wy ons Wand,
O Godt! wild het vermeeren,
Met Haring abondant.
2 Wy gaan alhier in ’t schot,
En zetten ’t voor Godts Oogen,
O goedertieren Godt!
Wild dog door u vermogen:
Ons Haring-Visch toe zeynden,
Zeer veel in groot getal,
Op dat wy tot dien eynden,
U loven met ons al.
| |
[pagina 18]
| |
3 Laat ons in deze Nagt
Geen Storm of felle Winden,
Van u zijn toe gebragt,
Om ons zaam te verslinden:
Maar wild ons dog bewaaren:
Voor kwaad Weder ofte Wind,
Voor Stormen ofte Baaren,
O Heere Godt vemind.
4 Heer stierd door uwe hand
Ons toe, tot alle uuren,
Veel Haring in ons Wand,
Beweegt de Creatuuren;
Dat zy zonder betemmen,
En zonder tegen-stand,
In ons Wand mogen zwemmen,
Door ’t bestier van u hand.
5 Geeft dat wy Morgen vroeg
Eenen goeden vangst vangen,
En ook een goed genoeg,
Vervullet ons verlangen:
Haring is al ons wenschen,
Haring is ons begeer,
Haring verblijd veel Menschen,
Verblijd ons ook, ô Heer.
6 Geeft dat het Herte mijn,
U Heer altijd mag vrezen,
En dat wy zonder schijn;
U dankbaar mogen wezen,
Als ’t by ons werd verkregen,
Waar na ons Hert verlangt,
Want aan des Heeren zegen;
Het vangen altijd hangt.
’t Hangt aan Gods Zegen. |
|