Na-reden.
Alzo in deze lange Wintersche Avonden ik my dikwils en menigmaal ledig vond, van eenige Tijd-kortinge, ende ook mijnen nieuws-gierigen Geest zomtijds genegen was om ietwes nieuws te lezen, ofte te onderzoeken, het welke eenige Tijd-kortinge by my veroorzaakte, maar alzo den Geest ende de Humeuren des Menschen ook zomtijds wel genegen zijn om een zoet (ofte eenig aardig) Deuntjen te kwelen; Zo is ’t dat my hier toe bewogen heeft, deze weynige onvolmaakte Liederen, (my zomtijds in gedagten komende) op het Papier te stellen, op dat het my alzo mogt strekken tot een zoet Tijd-verdrijf, en een Werkelyke Melodye.
Vaard wel.