een minimum van nadelen te combineren. Om dit te bereiken komt hij heel dikwijls tot een compromis d.w.z. hij weegt de wederzijdse invloeden af en neemt dan de beslissing.
Waarop berust eigenlijk de vliegtechniek? De vliegerij is een volledig ontwikkelde wijdvertakte wetenschap, wij moeten ons hier beperken tot het uiteenzetten van het allerbelangrijkste.
Wie al eens een papieren vlieger heeft opgelaten weet dat hij bij windstilte hard moet lopen, maar bij sterke wind vaak helemaal kan stilstaan.
Lucht is een gasvormige stof, die samengedrukt kan worden. Treft de stroming de vlieger, dan wordt de lucht aan de onderkant verdicht, terwijl er achter een verdunning komt. Daaruit ontstaat op de vlieger een druk die hem in de hoogte drijft. Hij stijgt omhoog tot hij zo vlak ligt dat verdichting en verdunning afnemen en hem nog juist stabiel kunnen houden.
Hetzelfde gebeurt ook bij het vliegen. In plaats van de vlakken van de vlieger komen vleugels, romp en staartpennen. De resultante van de verdichting en de verdunning van de lucht heet draagkracht of lift. Haar grootte hangt af van de kracht die de schroef ontwikkelt en ook van de afmetingen en de vorm van het draagvlak.
Nu kan de snelheid principieel op twee manieren toenemen: of wel door het motorvermogen te verhogen of door de stromingsverhoudingen te verbeteren. Het eerste is de taak van de motorbouwer, het tweede van de zogenaamde aerodynamicus.
Natuurlijk zou het niet moeilijk zijn om de krachtontwikkeling te verbeteren, door eenvoudig de motor groter te maken. Daaraan zou
Waarom een vlieger eigenlijk opgaat: van onder wordt de lucht samengeperst (dicht gearceerd); van boven wordt ze verdund (wit). De pijl geeft de richting van de wind aan