ook foto's van Helen. ‘De Wereld Gaat Aan Vlijt Ten Onder’, las hij en daaronder: ‘De merkwaardige historie van de onbekende burger Alexander J. Weatherwood, naverteld door George P. Gifford, met een opzienbarende inleiding van dr Helen Pousekovsky’. En daaropvolgend:
‘Nummer I van drie afleveringen’.
Alec kreeg vreemde, vlekkerige wangen, en het was hem of hij zonk, of hij zonk met de bar van ‘Desperado’, met heel Pasadena.
‘Wàt een verhaal’, zei de man, die hem de proefvertaling had bezorgd, ‘over een half uur heb je onze studio aan de lijn. Je moet Stuart als agent nemen, die heb ik ook’.
Alec zei sullig: ‘Werkelijk lui, het is allemaal buiten me om gegaan...’
‘Maar je hèbt toch dat verhaal geschreven in Oaklake?’, zei Joe Saunders, ‘die citaten hier zíjn toch van jou?’
Hij las en de bruine, bittere smaak van whiskey kwam hem in de mond.
Ja, ze wàren van hem. Maar daaraan had hij al niet meer getwijfeld toen hij de koppen boven het verhaal had gelezen. ‘Met een inleiding van...’
Hij vloekte kort maar uitermate hevig. Hij zei: ‘Ze heeft me te pakken...’
Allen keken ze hem verwonderd aan.
Hij zei: ‘Excuseer me één ogenblik’ en ging naar het keukentje, sloot de deur. Nerveus trok hij zijn witte jasje uit. Eensklaps scheen hij helder te worden, schoot hij in zijn dagelijks colbertcostuum en nog haastiger daarop in de Montgomery-jas, die hij altijd droeg op zijn motorfiets. Hij verdween langs de achterdeur, holde naar de garage waar zijn motor stond en jakkerde weg. Voorbij, voorbij... Bij Myriam brandde nog licht en ze kwam in het open raam, toen hij de poort doorreed. Ze riep, dat er voor hem was opgebeld uit ‘Desperado’. Terwijl ze dat zei, werd er alweer gebeld. Hij riep ‘Ik ben er niet, zeg, dat ik niet hier ben’. Hij zag haar praten, de hoorn neerleggen. Ze zei: ‘Ik denk niet, dat ze het geloven’, en toen: ‘Wat is er aan de hand?’