nooit gekomen was: ze sliep 's middags stevig en gezond en was klaar wakker als de wetenschap 's nachts laat te bed ging. Desondanks werd er uit dit huwelijk maar één kind geboren, een spits, vuurrood meisje, dat ze Helen noemde, en dat ze dadelijk begon op te voeden als haar ideaal-beeld. Maria stierf in 1945, toen de bonbons het eindelijk van de insuline wonnen. Ze had haar taak volbracht: een half jaar daarvoor was Helen gepromoveerd in de chemie op het proefschrift: ‘De hormonen van de bijnier en het geluksgevoel’. Het was een winderige dag, toen ze Maria begroeven. Niemand huilde, alleen de knappe, hooghartige dr William Q. Pousekovsky trok even met zijn mond op een manier, die niet bij hem paste. Twee jaar later trouwde hij met een donker, mollig meisje, dat enigszins op oude foto's van zijn moeder leek, zoals het meisje verrast ontdekte, toen hij ze haar toonde. Joan Marylin Beasly was één van zijn assistenten geweest aan het sterrenkundig observatorium van Harvard, waar ze, na kennismaking met de veelbewonderde, maar nogal afwezig-doende dr William Q. Pousekovsky ontdekte, dat ze meer om de liefde dan om de wetenschap gaf. Maar voor het altaar werd ze met de wetenschap verbonden, tot in de dood, en dat zou ze merken. Ze bleef hem toch trouw en volgde met lieve aandacht zijn steeds stijgende ster door vele hemelkringen van de wetenschap. Een boek van hem, dat in slechts vierhonderd exemplaren verscheen en dat als titel had ‘Radar Telescopisch Toegepast’ werd merkwaardig snel in het Russisch vertaald. Naderhand betwijfelde men, of hij het wel had mogen publiceren. Maar zijn goede trouw stond vast: gedurende een groot deel van de oorlog was hij op een geheime post zeer nuttig geweest voor de
marine. Zijn vader had hij al die tij niet gezien, die verbleef ‘ergens’ in Tennessee, omgeven door een lijfwacht van militairen, aardige jongens, die hem nog tot diep in de nacht zwarte koffie en hamburgers brachten en het lint in zijn schrijfmachine vernieuwden. Hij werkte zo hard, dat, zoals men zei, hij met de dag grijzer werd. In Mei 1945 had hij geen rode haar meer over.