1988 AKO-literatuurprijs
Jury: Hedy d'Ancona, J. Bernlef, Frans Boenders, Doeschka Meijsing, J.J. Oversteegen
Pas na elf jaar kwam Hermans, inmiddels een zeer gerenommeerd en gerespecteerd auteur, weer in aanmerking voor een literaire prijs. In 1988 was hij met Een heilige van de horlogerie een van de zes genomineerden voor de (particuliere) AKO-prijs, groot vijftigduizend gulden. In totaal waren er honderdvierenveertig titels ingezonden, waarvan er maar vijfentwintig de eerste selectie overleefden. Vooraf werd er in de media druk gespeculeerd over de vraag wie de prijs zou winnen. Op 19 mei 1988 werd de winnaar bekendgemaakt tijdens een banket in het Amstel Hotel in Amsterdam; de televisie zond de bekendmaking rechtstreeks uit. Het publicitaire circus rondom de toekenning speelt in twee romans een belangrijke rol. De uiteindelijke winnaar van de prijs, Geerten Meijsing, broer van jurylid Doeschka Meijsing, beschreef in De grachtengordel (1992) de schrijverscarrière van Erik Provenier. Het hoofdstuk ‘19 mei 1988 (avondkleding gewenst)’ is gewijd aan de bekendmaking van de ‘Grote Literatuurprijs’-winnaar in het Amstel Hotel. ‘De uitgever van Hermans is gesignaleerd met twee grote koffers. Daar zit natuurlijk het ondergoed van de maître in. Zelf schijnt hij in een taxi om het blok te cirkelen, om op het juiste moment in triomf te kunnen binnenschrijden’ (p. 342). In werkelijkheid was Hermans die avond niet in Amsterdam maar in Leiden waar hij de nieuwe vestiging van boekhandel Kooyker opende.
De bewonderde schrijver in Het infrarood en het ultraviolet (1997) van Wilfried Hendrickx is naar Hermans gemodelleerd. Maximiliaan Malbrain (= Hermans) is genomineerd voor de Prins Willem-Alexanderprijs van tweehonderdvijftigduizend gulden. Voorzitter van de jury is zijn vriend Felix van Praet, een combinatie van Frans Boenders en Freddy de Vree. De bekendmakingsbijeenkomst wordt geleid door Aad Zilver (Adriaan van Dis). Van Praet leest het juryrapport voor, maar Malbrain wordt daarin niet eens genoemd. ‘De regisseur zoomt in op het tot een grimas vertrokken gezicht van Malbrain. De grootste nog levende Nederlandse schrijver wordt vernederd voor het oog van het hele land’ (p. 166). Na afloop schrijft Van Praet Malbrain een brief. ‘Felix wringt zich in alle bochten om bij zijn schrijver in een goed blaadje te blijven. Malbrain is door dit kontdraaien zo boos geworden, dat hij zelf een Antwoord aan Felix van Praet naar de NRC heeft gestuurd’ (p. 170). De echte ‘Open brief aan Frans Boenders’ van Hermans stond op 10 juni 1988 in NRC Handelsblad en werd later gebundeld in Door gevaarlijke gekken omringd. Het was Hermans' publieke reactie op een persoonlijke brief aan hem van jurylid Boenders waarin deze zijn argumenten vóór Geerten Meijsing en tegen Een heilige van de horlogerie (‘teveel sjablonen’) verwoordde.
Hermans zal verwacht hebben dat Boenders meer voor zijn roman had gelobbyd. Kort daarvoor hadden Boenders en Hermans in Brussel een openbaar gesprek gevoerd over de hedendaagse roman waarbij Boenders had gesteld dat ‘ideeën in de Nederlandse romanpraduktie schaars geworden zijn’ (De Standaard, 18 april 1988). Ideeën genoeg (teveel misschien) in Hermans' roman en daarmee op maat gesneden voor Boenders. Medejurylid Bernlef was niet te spreken over Boenders' kijkje in de keuken van het juryberaad en schreef in een ingezonden brief over Boenders' gedrag: ‘Boenders bij Hermans te biecht, zich verontschuldigend dat de grote schrijver de prijs niet kreeg. Een larmoyante vertoning.’ (NRC, 1 juli 1988, Door gevaarlijke gekken omringd, p. 616).
Omslag van de eerste druk van Een heilige van de horlogerie (1987)