Oordeel van een jurylid over de inzending van Hermans
In 1949 schreef de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen een filmscenarioprijsvraag uit. Maximaal vier inzenders konden een honorarium van duizend gulden ontvangen om hun synopsis, dat uiterlijk 31 maart 1950 moest zijn ingezonden, tot een volledig scenario uit te werken. Een van de honderdeenenzeventig inzenders was Willem Frederik Hermans. Hij stuurde onder het motto ‘Le réel n'est jamais beau’ Ik zoek een kind in, dat ongepubliceerd is gebleven. In deze synopsis beschrijft Hermans hoe een vrouw op 10 mei 1940 haar man en hun pasgeboren baby verliest: haar man sneuvelt in de strijd om Den Haag en de kraamvrouwenkliniek krijgt een voltreffer (zoals in werkelijkheid met de kraamkliniek Huize Bethlehem in Den Haag gebeurde). In 1948 meent de vrouw haar kind in een Amsterdamse volksbuurt te herkennen. Ze ontvoert het jongetje, dat weet te ontsnappen. De vrouw wordt naar een inrichting afgevoerd.
Een jurylid was van mening: ‘Van dit gegeven is wel wat te maken, maar de auteur is niet verder gekomen dan een flauw verhaaltje.’ De jury bracht rapport uit op 5 september 1950. De leden hadden veel inzendingen opzij moeten schuiven van schrijvers ‘die onvoldoende begrepen dat verhalen, welke op lustmoord, kinderroof [dat moet op Hermans slaan], echtscheiding, smokkelarij, chantage, zwarte handel enz. gebaseerd waren, niet aan de bedoeling van prijsvraaguitschrijfster kunnen voldoen’. Die bedoeling was overigens aan het reglement niet af te lezen. Enig winnares werd Martha van Brink-Poort met een synopsis over Aletta Jacobs. Het ministerie had beloofd zich voor de realisatie van het scenario tot film in te spannen maar dat bleek niet meer dan een toezegging. ‘Aletta had heel fel voor geboortenbeperking gestreden en dat paste niet in het straatje van het toenmalige ministerie, met een katholieke staats-secretaris, Cals, en een katholiek hoofd van de afdeling Kunsten, Vroom’ schreef mevrouw Van Brink in 1995 bij de verfilming van het leven van Aletta Jacobs naar een ander scenario (Aletta Jacobs, het hoogste streven, 1995, p. 76).
Meer informatie in: Rob Delvigne, ‘Hermans' scenario's’, in: Literatuur XIV/1 (januari-februari 1997), pp. 13-19