Zwart goud(1942)–Rob Delsing– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Nacht over Heerlen Het dwaallicht van een eenzame fiets zwerft schokkend door de verlaten straten, een zwakke lichtstreep, verder niets, een man, in het duister alleen gelaten. De stad is nu vol schaduw, vol rust, vol leegte van vergeten straten en pleinen. Slechts ver aan den horizon ruischt en sist in 't donker het leven der kolenmijnen. Slaap en stilte verdreven het gedreun, het gewoel, slechts eenzame mannen gaan door deze nachten, alleen op hun fiets, alleen met hun doel, alleen in de stad met hun gedachten. ... Een slaapkamer in het duister verstard, door het halfopen raam kwam een lichtschijn gegleden. 't Is rustig hierbinnen. Een mensch droomt verward. Stil is een mijnwerker langs gereden. Vorige Volgende