Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdpantheonEtym: Gr. pantheion (hieron) = aan alle goden gewijde (tempel) < pan = ieder; theos = god. Oorspronkelijk was een pantheon een tempel gewijd aan alle goden; het bekendste voorbeeld is het Pantheon in Rome (begin 2de eeuw). In de literatuur wordt de term wel eens gebruikt in metaforische zin in de betekenis van een imaginaire ‘eretempel’ waarin de grote schrijvers van het verleden met passend respect herdacht worden. De betekenis van de term komt dan in de buurt van die van canon-1 met dien verstande dat het gaat om de allergrootsten uit de wereldliteratuur – om schrijvers van het gehalte van Dante, Shakespeare, Goethe, enz., aan wie een bijna ‘goddelijke’ status wordt verleend en wier werken een eeuwigheidswaarde zouden bezitten. Als voorbeeld kunnen we het ‘Pantheon der winnaars van de Nobelprijs voor literatuur’ citeren, wat de titel was van een reeks van zo’n 50 volumes uitgegeven door Heideland, later Heideland-Orbis, in de periode 1956-1975. Het betrof in het Nederlands vertaalde werken die ‘geconsacreerd’ waren (uit Lat. sacer = heilig, gewijd) door de toekenning van een Nobelprijs. De term wordt vaak gebruikt voor reeksen en tijdschriften om aan te geven dat die een breed en belangrijk terrein van kunst of literatuur omvatten. Voorbeelden daarvan zijn de reeks Klassiek letterkundig pantheon (1852-1985) en de tijdschriften Pantheon: Monatschrift für Freunde und Sammler der Kunst (1928-1979) en Letter: magazine over Het Pantheon: 100 schrijvers - 1000 jaar literatuur (2010). Lit: Tod A. Marder & Mark Wilson Jones (red.), The Pantheon: from antiquity to the present (2015).
|
|