consonantie-1
Etym: Lat. Con-sonare = samenklinken.
Term uit de stilistiek ter aanduiding van het harmoniëren van klanken. Het tegengestelde is dissonantie-1.
Een voorbeeld van een harmonisch klankgebruik kan worden aangetroffen in het werk van Hugo Claus’ gedicht ‘Ik schrijf je neer’, waarin het herhaald gebruik van klanken zoals in ‘vingers van licht’, ‘bespeel en streel’ en ‘jonge bos’ de lezer aangenaam aandoet:
Mijn vrouw, mijn heidens altaar
Dat ik met vingers van licht bespeel en streel,
Mijn jonge bos dat ik doorwinter,
Mijn zenuwziek, onkuis en teder teken,
Ik schrijf je adem en je lichaam neer
Op gelijnd muziekpapier.
(M. Wichman, Wat blijft, 1999, p. 163)
Het begrip ‘consonantie’ is verwant aan de eufonie.