Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdcarnavaleskeEtym: It. carnevale < carnelevale < Lat. carnem levare = het vlees opbergen, opheffen. Begrip ontwikkeld door de Russische criticus en taalfilosoof M. Bakhtin (vooral in zijn studie over François Rabelais). Het is ruimer dan gewoon de betekenis ‘betrekking hebbend op carnaval’. Bakhtin ziet carnaval als een tijdelijke omkering van gevestigde waarden, conventies en normen. Meer dan alleen maar een folkloristisch gebeuren, is het een uiting van een levende en subversieve volkscultuur die zich manifesteert t.a.v. de heersende machtsstructuren, ideologieën en instituties. Het carnavaleske wordt gekenmerkt door de lach, de uitbundigheid, het lichamelijke, het profane, het vrije contact, de omkering, de transgressie. Bakhtin brengt het carnavaleske in verband met de groteske en met de noodzaak om het monologische en hegemonische spreken van de macht van repliek te dienen (zie ook dialogisme). In de omgekeerde wereld van carnaval kan alles in twijfel worden getrokken en wordt ruimte gecreëerd voor dialoog, veelstemmigheid (zie polyfonie) en vernieuwing. Dergelijke carnivalisering gebeurt ook via de literatuur. Bakhtin herkent het carnavaleske in de menippeïsche satire, dat een vroege wegbereider was voor auteurs als Rabelais en voor de latere veelstemmige roman. Lit: M. Bakhtin, Rabelais and his world (1984, Russ. orig. 1965).
|