Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdantropomorfismeEtym: Gr. anthropos = mens; morfè = vorm. Het toekennen van menselijke eigenschappen, emoties, opvattingen en gedaantes aan niet-menselijke wezens, in het bijzonder aan God, aan de goden (zie mythe) en aan natuurkrachten. Zo stelde men bijv. Hephaestus als een kreupele voor in de Grieks-Romeinse wereld. Een dergelijke toeschrijving kan ook bij dieren gebeuren (Le Roman de Renart, de fabels van La Fontaine, enz.) De twee procedés zijn echter zeer verschillend. Het eerste komt voort uit een mentaliteit die haar eigen affectief wereldbeeld projecteert op een werkelijkheid die zich als ondenkbaar of onzegbaar voordoet (vergelijk met de zgn. negatieve theologie). Het tweede procedé betreft dierenfabels (zie fabel) waarin de ‘personages’ wel eigenschappen van dieren bezitten, maar binnen een perfect menselijke psychologie. Er is duidelijk een relatie met de personificatie. Lit: B. Kehne, Formen und Funktionen der Anthropomorphisierung in Reineke Fuchs-Dichtungen (1992) J. Pollmann, Een boktor met gesteven kraagje: over het menselijke van dieren in strips (2009).
|