Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (4,42 MB)

Lexicon van de poëzie (4,93 MB)

Lexicon van de retorica (1,60 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (3,58 MB)

Lexicon van literaire genres (13,26 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (15,36 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (2,33 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (19,90 MB)



Genre
sec - letterkunde

Subgenre
non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon

Vorige Volgende

poëet

Etym: Gr. poiètès = maker, vervaardiger, uitvinder, dichter.

Aanduiding voor de dichter, veelal in ironische zin. In de literatuurgeschiedenis leeft de term voort in de samenstelling ‘Poëtenoorlog’, een - volgens Ter Laan - weinig verheffende reeks literaire twisten in de Nederlandse letterkunde van het eerste kwart der 18de eeuw, door Poot aan de kaak gesteld in zijn gedicht ‘Pöëtenstrijt’. Pejoratief gebruik als dit (een poëet is een minder soort dichter) hoeft niet altijd geïmpliceerd te zijn in de term. Als Bilderdijk schrijft: ‘De Dichtkunst des poëets, de Godsdienst van den christen, is één’ (De kunst der poëzy, 1807, vs. 386-387), dan is het woord ‘poëet‘ synoniem met (goed) dichter. In het huidige spraakgebruik komt het woord zelden voor en als het gebruikt wordt, dan is dat meestal - misschien mede onder invloed van het woord poëtaster - in ongunstige of ironische zin.

Lit: K. ter Laan, Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid (1952) • G.J. Vis, ‘Denken en doen’ in Spektator 17 (1987-1988), p. 105-128 (p. 107).

poëem poème en prose zie prozagedicht

thematisch veld:

Auteurs en vertolkers
Auteurs: positieve en negatieve waardering

Vorige Volgende