Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdzadjal-strofeEtym: Arab. zadjal of zajal = Andalusische aanduiding voor een bepaalde dichterlijke vorm. Van oorsprong Provençaalse versvorm, bestaande uit drie op elkaar rijmende versregels gevolgd door een vers met hetzelfde rijm als het refrein-1: aaabBB of aaab(BCB), welke strofevorm teruggevonden kan worden in de ballette ‘Harba lori fa’ van hertog Jan I van Brabant (1253-1294): Eens Meiens morgen vroeg was ik opgestaan Lit: N.H.J. van den Boogaard, ‘Quelques remarques sur une pastourelle en moyen néerlandais en particulier sur le refrain provençal: ‘harba lori fa’ in Mélanges offerts à René Crozet (1966), p. 1213-1216 F. Willaert, ‘A propos d'une ballette de Jan Ier, duc de Brabant (1253-1294)’ in Études Germaniques 35 (1980), p. 387-397 F. Willaert, ‘Het minnelied als danslied. Over verspreiding en functie van een ballade-achtige dichtvorm in de middeleeuwen’ in F.P. van Oostrom & F. Willaert (red.), De studie van de Middelnederlandse letterkunde. Stand en toekomst (1989), p. 71-91.
|
|