Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdhomoioteleutonEtym: Gr. homoios = gelijk(end op); teleutè = einde. Klankprocédé uit de Klassieke Oudheid bestaande uit rijm aan het eind van verzen, zinnen, zinsdelen of woorden. Het verschijnsel is ontstaan in de tijd dat eindrijm niet gebruikelijk was. Deze stijlfiguur gaf dikwijls aanleiding tot foutief overschrijven door kopiisten. Zij kan beschouwd worden als de oorsprong van allerlei vormen van rijm in de latere literatuur. Als twee of meer opeenvolgende woorden, verzen, zinnen of zinsdelen op dezelfde naamval eindigen, spreken we van homoioptoton. Lit: J.M.C. Crousen, De herhalingsfiguren in de stijl van Quintus Curtius Rufus: anaphora, paronomasia, allitteratio, homoioteleuton (1971) D.R. Bailey, Homoeoteleuton in Latin dactylic verse (1994) G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 3 (1996), kol. 1532-1535.
|