Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdspotsermoenLaatmiddeleeuwse parodie op de officiële preek. Het genre is een vast onderdeel van de vastelavondviering: in een spotsermoen roept een quasi-prediker zijn toehoorders op ironische wijze op zich immoreel te gedragen en precies het omgekeerde te doen van wat in het dagelijks leven van hen verwacht wordt. Het doel van deze omkering is de bevestiging van de traditionele normen en waarden en de versterking van de geordende maatschappij. Hierbij worden alle aspecten van de serieuze preek geparodieerd, waarbij men bij voorkeur een levensbeschrijving geeft van een zogenaamde heilige, wiens naam verschijnselen uitdrukt die de laatmiddeleeuwse maatschappij bedreigden en daarom bezworen moesten worden, bijv. Sint Reynuyt (Sint Alles-op, ter bezwering van de altijd dreigende hongersnood en armoede) en Sanctus Drincatibus (Sint Drankorgel, drankmisbruik als bedreiging van de geordende maatschappij). In het spotsermoen wordt veelvuldig gebruik gemaakt van stront- en seksgrappen, waarmee angsten voor het lijfelijke en de seksualiteit op een zeer aardse manier worden aangepakt. Een voorbeeld hiervan is Dit es van den scijtstoel, waarin de heilige Snottolf (Druipneus) ten tonele wordt gevoerd. Deze heilige heeft zich gespecialiseerd in het reinigen van de anus na de stoelgang, en allerlei voorwerpen waarmee die handeling verricht kan worden, worden besproken. Lit: H. Pleij, Het gilde van de Blauwe Schuit. Literatuur, volksfeest en burgermoraal in de late middeleeuwen (19832; reprint 2009) D. Kaiser, ‘Het laatmiddeleeuwse spotsermoen’ in Spektator 13 (1983-1984) 2, p. 105-127 H. Pleij, 'De bron als gebruiksvoorwerp' in Terug naar de bron, speciaal nummer van Literatuur 8 (1991) 6, p. 378-379 B. Parsons & B. Jongenelen, 'The sermon on Saint Nobody': a verse translation of a Middle Dutch parodic sermon' in Journal of American folklore 122 (2010) 487, p. 92-107.
|
|