Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdcomédie de moeursEtym: Fr. zedenblijspel. Blijspel waarin de gewoonten en gebruiken van een bepaalde sociale groep of een periode belachelijk worden gemaakt, vaak met moralistische bedoelingen. Al in de antieke blijspelen van Aristophanes, Plautus en Terentius kunnen trekken van de zedenkomedie worden aangetroffen. Maar vooral in de 18de en 19de eeuw werden dit soort spelen geschreven en met succes opgevoerd. Bekende auteurs van comédies de moeurs zijn Molière (Les précieuses ridicules, 1658), Diderot, A. Dumas, E. Augier (L’aventurière, 1848) en V. Sardou (Nos bons villageois, 1866) e.a. Ook het zgn. piece bien faite van auteurs als Scribe, Barrière en Dumas fils kan eronder gerangschikt worden. Een Engels voorbeeld is The school for scandal (1777) van R.B. Sheridan. In het Nederlandse taalgebied schreef Pieter Langendijk enkele zedenblijspelen, waarvan Spiegel der vaderlandsche kooplieden (1760) het bekendst werd. Het genre werd ook wel met de Engelse term ‘comedy of manners’ of ‘satirical comedy’ aangeduid. Lit: L. Allard, La comédie de moeurs en France au dix-neuvième siècle (1923; reprint 1966) D.L. Hirst, Comedy of manners (1979).
|
|